Wat is economie
Procenten en indexcijfers
Inkomen
Sparen en lenen
Verzekeren
100
De spanning tussen onbeperkte behoeften en beperkte middelen noemen we ......
Schaarste
100
De huizenprijzen in 2021 bedroegen gemiddeld 340.000 euro. in 2023 was dit opgelopen tot 390.000 euro en in 2024 lag het gemiddelde zelfs op 430.000 euro.
Als je een tabel maakt van deze gegevens met 2023 stellen we 390.000 gelijk aan ...........
100
100
In een jaar is het inkomen in euro's van een gemiddeld huishouden in Italië met 4,4% gestegen. In hetzelfde jaar is de gemiddelde prijsstijging gelijk aan 1,6%.
Bereken de koopkrachtverandering van een gemiddeld inkomen in Italië
Reële verandering = nominale verandering - inflatie = 4,4% - 1,6% = 2,8%
100
In 2023 bedraagt de interest op een spaarrekening 2,5%. De inflatie is in hetzelfde jaar gelijk aan 4,0%.
Bereken voor 2023 de reële rente.
2,5 - 4 = -1,5%
100
Als je je minder voorzichtig gaat gedragen omdat je toch verzekerd bent noemen we dat ................
Moreel wangedrag / Moral Hazard
200
Noem de drie functies van geld:
Ruilmiddel
Rekenmiddel
Spaarmiddel / oppotmiddel
200
De huizenprijzen in 2021 bedroegen gemiddeld 340.000 euro. in 2023 was dit opgelopen tot 390.000 euro en in 2024 lag het gemiddelde zelfs op 430.000 euro.
Bereken het indexcijfer voor 2024 met 2021 als basis. Rond af op 1 decimaal
126,5
2021: 100 = 340.000
2024: 126,5 = 430.000
200
Het leveren van productiefactoren (KANO) wordt beloond met primaire inkomens.
Noem 5 primaire inkomens.
Loon, rente, huur, pacht en winst.
200
Consumptief krediet is krediet voor de aanschaf van niet-waardevaste consumptiegoederen, zoals bijvoorbeeld een wasmachine of laptop. Omdat er sprake is van een lening …(1)… onderpand is het interestpercentage relatief …(2)… De bank heeft …(3)… zekerheid.
1: met/zonder
2: laag/hoog
3: weinig/veel
1. Zonder
2. Hoog
3. Weinig
200
Een verzekerde weet meer over zijn eigen gezondheid dan de verzekeraar. Er is sprake van ...........
Asymmetrische informatie
300
Je hebt een budget van € 10 per maand
Een belminuut kost € 0,25. De opofferingskosten van 1 belminuut bedragen 2,5 sms'jes.
Bereken de getallen bij A en B
Bij A: ..........
Bij B: ..........
A: 40
B: 100
300
De Rabobank heeft de spaarrente verhoogd van 1,7% naar 2%.
Bereken met hoeveel procent het rentepercentage is gestegen.
(2 - 1,7) / 1,7 x 100% = 17,6% stijging
(0,3 procentpunt)
300
Indien het nominale loon precies meestijgt met de inflatie is er sprake van .............
Prijscompensatie
300
Hier staan vijf economische verschijnselen:
- Als de werkloosheid toeneemt, neemt de vraag naar koopwoningen af.
- Als de lonen dalen, neemt de consumptie door gezinnen af.
- Als de export van Nederland toeneemt, stijgt de productie door bedrijven.
- Als de rente stijgt, dalen de aandelenkoersen.
- Als het minimumloon stijgt, stijgen de sociale uitkeringen.
Bij welke economische verschijnselen is er sprake van een negatief verband?
1 en 4
300
Vul in:
Bij een uniforme premie zullen de goede risico's stoppen met zich verzekeren. Hierdoor ........................ waardoor de verzekeraar de premie zal verhogen. Hierdoor zullen nog meer goede risico's de verzekering opzeggen.
stijgt de gemiddelde schade / moet dezelfde schade verdeeld worden over minder mensen.
400
Stel dat voor drukkerij Printco de totale kosten van de leveringen van derden (grondstoffen, hulpstoffen en diensten van derden) in een bepaald jaar € 2.000.000 bedragen. In hetzelfde jaar drukt Printco in totaal 1.250.000 boeken. De verkoopprijs bedraagt € 6,50 per boek.
Bereken de toegevoegde waarde van Printco
Omzet - leveringen van derden = toegevoegde waarde
(1,25 mln x € 6,50) - € 2 mln = € 6.125.000
400
Van supermarkt Moes zijn over 2022 de volgende kosten per kwartaal bekend.
De kosten in het tweede kwartaal waren 25% hoger dan in het derde kwartaal.
Bereken de kosten in het derde kwartaal.
44.800
tweede kwartaal is 125% =56.000
derde kwartaal is 100%
400
Primair inkomen - ....A...... + .....B..... = secundair inkomen
A Belastingen / premies
B Uitkeringen / toeslagen/ overdrachtsinkomens
400
In de onderstaande figuur zijn voor een land vergelijkbaar met Nederland het consumentenprijsindexcijfer (CPI) en de reële rente weergegeven voor de periode 2019 - 2023.
Bereken de nominale rente in 2020.
Door inflatie neemt de koopkracht van de rente af. We berekenen de reële rente met behulp van de volgende vuistregel: reële rente = nominale rente – inflatie.
4,6% = nominale rente - 1,4%
Nominale rente = 4,6% + 1,4% = 6,0%
400
Noem 3 manieren waarop een verzekeraar moreel wangedrag tegen kan gaan.
Eigen risico
Uitsluiten van schade
Bonus/malusladder
Maximumvergoeding
500
Koppel de iedere letter aan het juiste cijfer:
A: 3
B: 1
C: 4
D: 2
500
In onderstaande figuur staat de ontwikkeling van de inflatie in Japan in de periode 2018 - 2022.
Bereken met hoeveel procent de prijzen in Japan zijn gestegen in 2022 ten opzichte van 2018.
100 x 1,016 x 1,01 x 0,998 x 1,036 = 106,1
6,1%
500
In de onderstaande tabel zijn enkele gegevens verzameld voor het berekenen van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) in de maand april (maart = 100).
Bereken de inflatie in april.
- De som van alle wegingsfactoren is 100%. De weging van de categorie voeding is dus gelijk aan 100 - 55 - 25 = 20%
- 117,6 x 0,2 + 101,5 x 0,55 + 97,4 x 0,25 = 103,7
- De inflatie is dus gelijk aan 3,7%.
500
Op 1 januari 2022 stort Richard € 12.000 op een spaarrekening. De rente bedraagt 0,05% per maand en wordt aan het einde van elke maand bijgeschreven op de spaarrekening. Er is sprake van samengestelde interest. Richard doet tussentijds geen stortingen en opnames.
Bereken het rentebedrag dat wordt bijgeschreven in de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2026.
€ 365,36
De samengestelde interest bedraag 0,05% per maand (en dat is niet gelijk aan 12 x 0,05% = 0,6% per jaar!).
Op 31 december 2026 is het saldo op de spaarrekening gelijk aan 12.000 x 1,0005⁶⁰ = € 12.365,36
Het bijgeschreven rentebedrag is gelijk aan 12.365,36 - 12.000 = € 365,36
500
Sociale voorzieningen worden betaald uit ....A....
Sociale verzekeringen worden betaald uit ....B....
A.belastingen
B. premies