Woorden raden
Breuken begrijpen
Rekenen met breuken
Slim rekenen
100

Wat betekent rangschikken?

 In volgorde zetten, bv. van klein naar groot

100

Zet de breuken ½, en ¼ op volgorde van klein naar groot.

¼,  ½

100

Reken uit: ½ + ½ = ?

1

100

Wat betekent de grootste gemeenschappelijk deler (ggd)

Het grootste getal waardoor je beide getallen kunt delen

200

Hoe noem je het bovenste getal in een breuk?

Teller

200

Vereenvoudig de breuk 6/8.

¾

200

 Wat betekent het kleinste gemeenschappelijk veelvoud (kgv)?

 Het kleinste getal dat in beide tafels voorkomt

300

Hoe heet het onderste getal in een breuk?

Noemer

300

Noem een voorbeeld van een natuurlijk getal.

0, 1, 2, 3, …

300

ggd van 8 en 12 is …?

4

400

Wat betekent omzetten naar in wiskunde?

 Schrijven in een andere vorm, bv. als een andere breuk

400

Zet ¾ om naar een breuk met noemer 12.

9/12

400

Reken uit: 3/6 – 1/3 = ?

1/6

400

kgv van 6 en 8 is …?

24

500

Wat bedoelen we met het eenvoudigste resultaat?

De breuk zo klein mogelijk maken, geen gemeenschappelijke deler meer

500

Leg in je eigen woorden uit wat een noemer betekent.

Het aantal gelijke stukken waarin 1 geheel verdeeld is

500

Leg uit: waarom moet je soms breuken omzetten naar een andere noemer bij optellen en aftrekken?

Omdat je alleen kunt optellen/aftrekken als de noemers gelijk zijn

500

Waarom heb je soms het kgv nodig bij het optellen van breuken?

Omdat je breuken een gelijke noemer moet geven

M
e
n
u