Spelling / uitspraak
Verba
Structuren
Woordenschat
Varia
100

Het meervoud van 'dag' is 

dagen

100

Schrijf in het imperfectum:

Hij koopt een goudvis.

Hij kocht een goudvis.

100

Lina vraagt 'Woon jij in Leuven?'

Wat vraagt Lina?

Ze vraagt ............... 

... of je in Leuven woont.

100

De dag na morgen is overmorgen. 

De dag voor gisteren is ..... .

eergisteren

100

Wie is dit?


Sinterklaas

200

De jas die ik draag, is zwart.

--> Ik draag een ........................ jas.

een zwarte jas
200

Ik kijk uit ................... de vakantie!

naar

200

Maak een mooie complete zin:

aan het station - (kopen) - gisteren - voor mijn (lief) zus - een (mooi) halsketting - ik - in het (klein) winkeltje


Ik kocht gisteren een mooie halsketting voor mijn lieve zus in het kleine winkeltje aan het station.

200

Wat betekent het als een Vlaming zegt:

'treketunieaan'

'Trek het u niet aan'

= Maak je geen zorgen.

200

Wat hebben zij gedaan?


Ze hebben de kerstboom versierd.

300

hoeveel D's, hoeveel L'en?

onmi ... e ... ijk

be ... ache ... ijk

re .. e ... ijk

onmiddellijk        


belachelijk


redelijk

300


De kat springt uit de boom.

Hij steekt de straat over.

Hij wil eten.

De kat is uit de boom gesprongen.

Hij heeft de straat overgestoken.

Hij heeft willen eten.

300

De vakantie .................... we dromen, is veel te duur.

De vakantie waarover / waarvan we dromen... 

300

Ik begrijp het = ik versta het = ik ... het

Ik snap het!

300

Wat is de naam van dit wereldberoemde schilderij?

Het Lam Gods

400

Taaltempo: antwoord direct: (gebruik 'er')


  1. Kijk je graag naar horrorfilms ?

  2. Heb je gelezen over dat ongeval ?

  3. Zijn er nog broodjes ? 


Ja, ik kijk er graag naar.

Ja, ik heb erover gelezen.

Ja, er zijn er nog.

400

Herschrijf in passiefzinnen:

De mensen maakten veel plezier: men at lekker en dronk veel. 



Er werd veel plezier gemaakt: er werd lekker gegeten en veel gedronken

400

Zet deze zinnen in het imperfectum en verbind ze met 'terwijl'.

Hij luistert naar muziek. Hij ruimt zijn kamer op.

Hij luisterde naar muziek terwijl hij zijn kamer opruimde.

400

Wat past niet in het rijtje?

schitterend - spetterend - vervelend - prachtig - fantastisch - boeiend - heerlijk - gezellig

vervelend is het enige negatieve woord

400

Maak een mooie zin, gebruik dit woord:

(vuurwerk)

We hebben naar het vuurwerk gekeken. 

We hebben zelf vuurwerk afgestoken.

500

Zeg dit snel en 3X na elkaar :)


Als een potvis in een pispot pist, heb je een pispot vol potvispis.

Als een potvis in een pispot pist, heb je een pispot vol potvispis. X3

500

Schrijf in het perfectum:


Hij zit een krant te lezen.

Hij heeft een krant zitten lezen.

500

Schrijf in het imp + pqp en gebruik 'omdat':

Hij komt te laat op school want hij heeft zich overslapen.


Hij kwam te laat op school omdat hij zich overslapen had.

500

Het gebouw dat de meeste indruk maakte.

= Het ....................................... gebouw

indrukwekkendste

500

Wat is de naam van afval dat op straat blijft liggen?


zwerfvuil

M
e
n
u