Attic
Broers en zussen (verzamelwoord)
Siblings
Bestemming
Destination
Onderwijsassistent en pedagogisch medewerker
Teaching assistant and pedagogical employee (worker)/child care worker
Kies tussen Much of Many:
There weren't .... people at the party.
There weren't many people at the party.
Shed
De dochter van de zus van je moeder
Cousin
Vervoegingen van het werkwoord VLIEGEN
TO FLY-FLEW-FLOWN
Ontwikkeling (ook uitspreken)
Development
Wat is de correcte vervoeging van het werkwoord 'to live' in de zin: I (to live) in this village all my life.
I have lived in this village all my life.
Vrijstaand huis
Detached house
Nephew
Douane
Customs
Vervoegingen van het werkwoord LESGEVEN
TO TEACH-TAUGHT-TAUGHT
never clothes somebody online else for have I bought.
Bestek
Cutlery
Schoonmoeders
Mothers-in-law
Vertrek
Departure
Taal- en rekenen
L....... and N......
Literacy and Numeracy
Zet de volgende woorden in het meervoud:
Hobby
Woman
Tooth
Louse
Sheep
Hobbies
Women
Teeth
Lice
Sheep
Twee-onder-een-kap
Semi-detached house
Overgrootvader
Great-grandfather
Openbaar vervoer
Public transport
Basisschool en kinderdagverblijf
Primary school and Kindergarten/Child care centre
Vertaal het volgende stukje:
Ik werk op zaterdag bij de Albert Heijn. Ik begin om 9:00. Ik fiets naar mijn werk. Het leukste aan mijn werk vind ik mijn collega's.
I work at Albert Heijn on Saturdays.
I start at 9:00. I go to work by bike.
What I like the most about my job are my colleagues.