Present simple
Welke vorm van possessives gebruik je bij dingen?
Kies uit:
's / ' / ... of ...... of ...
Een conjunction is hetzelfde als een voorzetsel.
Niet waar. Het is een voegwoord.
full
vol
berg
mountain
Kies het juiste antwoord
I drive / am driving the car at the moment.
am driving
Welke vorm van de possessives gebruik je bij (geografische) locaties?
... of ...
Het woordje "and" gebruik je bij een opsomming.
dragen
woestijn
desert
Kies de juiste vorm:
I'm in high school and I live / am living with my parents.
live
Welke is juist?
1. The boy's phone
2. The phone's boy
1. The boy's phone
The sun is shining, ... it's cold
but
area
gebied
trail
I ...... (to buy) clothes almost every week.
buy
Maak de juiste vorm van de possessive.
(people / opinion)
People's opinion
Vul de juiste conjuction in:
We can stay here ... we can go home.
or
spring
bron
bejaarde
elderly
The little girl ..... (to ride) my bike right now.
is riding / 's riding
Maak de juiste vorm van de possessive.
(two weeks / holiday)
Two weeks' holiday.
Welk Engels voegwoord gebruik je bij een (logisch) gevolg?
so
To have in common
gemeen hebben
modieus
fashionable