Zoek de persoonsvorm
Zoek het gezegde
Zoek het onderwerp
Zoek de bepaling van plaats
Zoek de bepaling van tijd
100

Op het bureau ligt een klein briefje.

ligt

100

De krokodil ligt roerloos te wachten.

ligt te wachten

100

Mijn vriendin is morgen jarig!

Mijn vriendin

100

De scharen liggen in de gekleurde laatjes.

in de gekleurde laatjes

100

Wij gaan donderdag op vakantie.

donderdag


200

De zon staat hoog aan de hemel.

staat

200

Zag je de acteur ook zwaaien?

Zag zwaaien

200

Plotseling kwamen de rovers uit de struiken tevoorschijn.

de rovers


200

Mijn vader pikt mij op het station op.

op het station

200

Na het ontbijt gaan we naar het strand.

Na het ontbijt 

300

Ze heeft haar arm gebroken.

heeft

300

De helikopter is zojuist van de basis opgestegen.

is opgestegen

300

Schorpioenen zijn zeer gevaarlijk!

Schorpioenen

300

Als ik ziek ben, lig ik meestal op de bank in de woonkamer.

op de bank

300

Ik lees tijdens de vakantie wel vijf boeken uit.

tijdens de vakantie

400

Waarom kun je morgen niet met ons mee?

kun


400

We moeten goed kunnen rekenen op de middelbare school.

moeten kunnen rekenen

400

In Artis is een aapje geboren.

een aapje

400

Ik heb de doos met oude kranten in de kelder gezet.

in de kelder

400

Waarom ben je niet meteen naar de dokter gegaan?

meteen


500

Vind je dat niet een beetje vreemd?

Vind

500

Ik heb altijd al juf willen zijn.

heb willen zijn

500

Tijdens het reces is de ministerraad alsnog bijeengekomen.

de ministerraad

500

Na schooltijd spelen we altijd met een hele groep kinderen op het plein met de bal.

op het plein

500

Yinthe heeft vorige week op haar laptop taal geoefend.

vorige week

M
e
n
u