opvoedingsstijlen
straffen en belonen
modelling
operante conditionering
klassieke conditionering
100

Noem de 4 opvoedingsstijlen

1) autoritatief 

2) autoritair 

3) verwaarlozende 

4) permissieve

100

Welke 2 straffen zijn er?

+ en -

100

Hoe noemt de pedagoog van het bobo doll experiment?

Albert Bandura

100

Wat is het verschil tussen + en - bekrachtiging?

Bij positieve voegen we iets aangenaam toe, bij negatieve bekrachtiging nemen we iets onplezierig weg.

100

Door wie is de klassieke conditionering ontstaan? 

Ivan Pavlov

200

Femka haar papa is altijd op het werk, haar mama is depressief en let niet op haar. Over welke opvoedingstijl spreken we hier?

Verwaarlozende

200

Welke 3 soorten straffen zijn er?

1) activiteitsstraf

2) sociale straf 

3) fysieke straf

200

Wat is modelling?

Kind die rolmodel/ andere kinderen gaat imiteren.

200

Hoe noem je het proces waarbij een ongewenst gedrag afneemt doordat er een onaangename prikkel plaatsvindt?

positieve straf 

200

geef de volledige naam van de afkorting vs.

voorwaardelijke stimulus

300

Geef 3 kenmerken van de autoritaire opvoedingsstijl?

- veeleisend

- communiceren via bevelen

- ouders centraal 

- regels niet uitleggen 

- niet veel warmte/ veel controle

...

300

Geef de neveneffecten van straffen.

- Korte duur 

- Aangeleerde hulpeloosheid 

- Ontsnappingsgedrag

300

Geef 2 factoren die bepalen of een bepaald gedrag al dan niet wordt geïmiteerd.

- gevolgen gedrag 

- status model 

300
Wat is het best, belonen of straffen, en waarom? (gebruik belangrijk begrip uit de cursus) 

Belonen is beter dan straffen, als je teveel gaat straffen kan het kind aangeleerde hulpeloosheid hebben en zal het kind angst hebben. 

300

Hoe noem je het wanneer een iemand niet alleen reageert op de geconditioneerde stimulus, maar ook op andere prikkels die hier sterk op lijken?

(stimulus)generalisatie 

400

Schrijf op het whiteboard iedere opvoedingsstijl de responsiviteit en controle. (hoog/laag) 

Autoritatief: hoog (r) /hoog (c)

Verwaarlozende: laag (r) /laag (c) 

Autoritaire: laag (r)/hoog (c)

Permissieve: Laag (c)/hoog (r) 

400

Wat is overrechtvaardiging en geef een voorbeeld.

Wat? Als je een kind teveel beloont dan zal de intrisieke motivatie van het kind dalen. Kind voert enkel gedrag uit voor beloning en niet voor zichzelf. 

bv. 5 euro krijgen iedere keer als je afwast --> kind doet afwas voor geld 

400

Geef de conclusie van het bobo doll experiment.

Kinderen gaan imiteren --> modeling 

400

Geef het verschil tussen operante conditionering en klassieke.

klassieke = reflex 

operante = doelmatig 

400

Lotte schrikt elke keer als er plotseling vuurwerk afgaat. Op oudejaarsavond hoort ze vaak een bepaald liedje net voordat het vuurwerk wordt afgestoken. Na een tijdje begint ze al te schrikken zodra ze dat liedje hoort, ook als er geen vuurwerk volgt. 

Wat is de os?

vuurwerk 

500

Raisa en haar ouders komen goed overeen, thuis mag ze mee beslissen over de afspraken. Ze krijgt veel aandacht van haar ouders over haar punten maar laten haar wel zelf ervoor werken. Raisa heeft niet veel vrienden maar degene die ze heeft komt ze wel super goed mee overeen, als ze tegen iemand moet praten die ze niet kent gaat dit vlot. Wat zijn de gevolgen van de opvoedingsstijl die ze thuis meekrijgt in haar latere leven? 

- Zelfstandigheid 

- Zelfdicipline 

- Verantwoordelijksgevoel 

- Zelfvertrouwen 

- Kan goed om met regels en afspraken 

- Voelt zich geliefd

- Zelfredzaamheid 

500

Geef min. 4 aandachtspunten van straffen (tip: er zijn er 10) 

1) dreigen zonder dreigementen uit te voeren = geen effect. 

2) kies eerder een negatieve straf 

3) duidelijk 

4) gedrag en niet persoon

5) voorspelbaar 

6) zinvol

7) consequent

8) straf afronden 

9) bekrachtiging > aantal straf 

10) gepaard met aanleren van gewenst gedrag 

500

Leg het bobo doll experiment volledig uit.

Er zijn 3 groepen 

500

Hoe heet het leerproces waarbij een gedrag wordt verminderd doordat de bekrachtiging plotseling stopt, en wat is het effect hiervan op het gedrag?

Extinctie (= uitdoving) 

effect: het betekent dat het gedrag langzaam afneemt en uiteindelijk stopt omdat het niet langer wordt beloond

500

schrijf heel het schema van de hond van Pavlov op het bord.

Voor conditionering --> 

NS: Belletje (geen reactie)

OS: Eten

OR: Kwijlen

Tijdens conditionering -->

NS: Belletje + OS: Eten

OR: Kwijlen

Na conditionering --> 

VS: Belletje

VR: Kwijlen

M
e
n
u