La Francophonie
Bijvoeglijk Naamwoord
Passé Composé
Vocabulaire
Fourre-tout
100

Wat is de hoofdstad van Frankrijk?

Paris

100

petit

klein (mannelijk meervoud)

100

j'ai regardé

ik heb gekeken

100

l'oncle

de oom

100

Noem een Franse kaas.

Brie, Roquefort, Comté, etc.

200

Wanneer begon de bouw van de Eiffeltoren? (1874, 1887, 1901, 1917)

1887

200

grandes

groot (vrouwelijk meervoud)

200

zij hebben gekeken

ils/elles ont regardé

200

je vois 

ik zie

200

Welke voetballer is dit EK geblesseerd geraakt aan zijn neus?

Kylian Mbappé

300

Wat is de grootste berg van Frankrijk?

Mont Blanc
300

La jupe est noir___. 

La jupe est noire.
300

tu as mangé

jij hebt gegeten

300

mon frère est grand et timide

mijn broer is groot en verlegen

300

Noem een Frans sprookje

Assepoester, Klein Duimpje, Roodkapje, Belle en het Beest, etc.

400

In hoeveel landen is Franse de officiële taal?

27 landen

400

Mijn vriendin is blond.

Mon amie est blonde.

400

jullie hebben gelachen

vous avez rigolé

400
les cheveux sont bleus et verts

Het haar is blauw en groen

400

Op 1 april in Frankrijk zou een chocoladevorm in de vorm van welk dier kunnen krijgen?

Een vis (un poisson d'avril).

500

Wat is de grootste provincie van Frankrijk?

La Guyane

500

De omas zijn rustig.

Les grand-mères sont calmes.

500

ik heb een t-shirt gedragen

j'ai porté un T-shirt

500

Ik praat met mijn kleine zus.

Je parle avec ma petite soeur

500

Wat is de datum van de nationale feestdag van Frankrijk, ook wel de dag van de Parijse revolutie genoemd? 

Quatorze Juillet, 14 juli

M
e
n
u