benaderingsregels
snelheid
ERB
kracht
100

Geef de benaderingsregel voor som en verschil

minst nauwkeurig

100

Geef de formule voor snelheid

afstand delen door de tijd

100

Geef de definitie van een ERB

Eenparig rechtlijnige beweging = constante snelheid langs rechte baan

100

Geef het symbool en de eenheid voor kracht

symbool kracht = F

eenheid = N

200
Geef de benaderingsregel voor product en quotiënt

minst aantal BC

200

Zet om: 15 m/s = ... km/h

54 km/h
200

Hoe zit de x(t) grafiek eruit bij een ERB?

rechte door de oorsprong

200

Met welk meettoestel kan je een kracht meten. (analoog)

dynamometer

300

1,5 cm + 3,644 cm = 

5,1 cm

300

Een loper legt 5,0 km af in 25 min. Hoe snel liep hij?

3,3 m/s

12 km/h

300

Het heeft gesneeuwd en we laten ons van een helling glijden op een slee. Is dit een ERB?

Neen. snelheid niet constant

300

Geef een duidelijk voorbeeld waarin er een contactkracht is.

iets gooien bijvoorbeeld

400

397 cm * 49 cm * 23 cm = 

45 * 10cm4

400

Je rijdt van Ruiselede naar Tielt met een snelheid van 65 km/h. Je doet hier 7 min 18 s over. Hoe ver ligt Ruiselede van Tielt?

7,9 km


400

We komen op het rondpunt en draaien een volledig toertje met een constante snelheid van 20 km/h. Geef alle kenmerken van de snelheidsvector.

grootte = 20 km/h

richting = telkens loodrecht op straal

zin: tegen de klok

400

Juist of fout? En waarom? Als ik met een constante snelheid fiets dan is de aandrijfkracht groter dan de wrijvingskracht

fout: even groot!
500

We rijden met de brommer en we versnellen. Welke krachten werken allemaal op de brommer? + Wat weet je over de grootte?

zwaartekracht en normaalkracht: even groot

wrijvingskracht en aandrijfkracht: Fa groter dan Fw

M
e
n
u