Noem 4 lichaamsdelen van dit liedje
Hoofd, schouder, knie, teen, oren, ogen, neus
ik voel me niet goed
je ne me sens bien
Welke 2 dingen zijn altijd goed met het maken van een vraag?
Achter de gewone zin een vraagteken te zetten
Est-ce que voor de zin plakken
hij kan
il peut
Zeg met niet deze zin
Je suis malade.
Je ne suis pas malade.
la santé
de gezondheid
misschien
peut-être
Maak 2 vraag zinnen met malade
Il est malade
Est-ce que il est malade?
Wij kunnen
nous pouvons
Maak de zin ontkennend.
J'habite à Paris.
Je n'habite pas à Paris.
comme
zoals
bovendien
en plus
Maak een vraagzin met pourquoi en est-ce que.
Pourquoi est-ce que je suis malade?
Zij kunnen
Ils / elles peuvent
Maak de zin ontkennend.
J'ai un chien.
Je n'ai pas de chien.
parce que
omdat
Wat doe jij om gezond te blijven?
Qu'est-ce que tu fais pour rester en bonne santé?
Maak 2 vraagzinnen met combien en est-ce que.
Combien est-ce que d'heures tu dors par nuit?
Combien est-ce que vous avez de pièces?
Passé composé pouvoir
j'ai pu
tu as pu
il a pu
nous avons pu
vous avez pu
ils ont pu
Maak de zin ontkennend.
Je mange un ail.
presque
bijna
moe
fatiqué
Maak een zin waarbij je gebruikt maakt van omkering van persoonsvorm en een -t- geval is.
Arrive-t-elle lundi?
Het hele rijtje van pouvoir
je peux
tu peux
il / elle peut
nous pouvons
vous pouvez
ils / elles peuvent
Leg uit hoe je niet in de zin doet
Je plaatst om de persoonsvorm ne ... pas heen.