1
2
3
4
5
100

wat is een halffabricaat?

een product dat nog verder verwerkt moet worden. 

100

Noem twee voedingsmiddelen die geprodudeerd worden met behulp van micro-organisemen

BIER! Brood, Wijn, Kaas

100

Waarom is persoonlijke hygiéne zo belangrijk?

anders grotere kans op voedselvergifting. 

100

Zet de bewerkingen op temperatuur van laag naar hoog. 

steriliseren, pasteuriseren, koelen en invriezen

laag invriezen

koelen 

pasteuriseren

hoog steriliseren

100

Waarvoor gebruikt je lichaam: eiwitten, mineralen en water? 


als bouwstof

200

Geef een voorbeeld van voorbereiding en na-bereiding bij het maken van appelmoes. 


voorbereiden is wassen en snijden van appels

nabereiding is vullen van een potje en coderen en het bewaaradvies

200

in de voedselindustrie werkt men met richtlijnen. Waarom zijn deze er? 

om voedselvergiftiging te voorkomen. 

200

Hoe kan je een pak halfvolle melk het beste langer houdbaar maken?

Pasteuriseren

200

Wat kan er niet via vriestransport vervoerd worden?

verse producten en producten onder druk

200

Hoe kan je zien wat er het meeste in een product zit?

dan staat het als eerste genoemd bij de ingrediënten lijst. 

300

Waarom moet je coderen op producten?

Zodat je zeker weet hoe vers een product is. 

300

Hoe kan je voedselvergiftiging voorkomen?

let op houdbaarheid, voedsel koelen

300

Hoe kan je houdbare melk langer houdbaar maken?

Steriliseren

300

leg uit wat pH-waarde betekent. 

leg uit wat een pH van 1, 7 en 14 betekent. 

meten van de zuurwaarde. 

1 is zuur en 14 is basisch

7 neutraal

300

Wat is de schijf van 5? 

een beeld hoeveel je van iets moet eten. 

400

Wat voor producten sla je met codering op in de koeling?

producten die buiten de koeling (sneller) bederven

400

Bij welke temperatuur vermeederen bacteriën zich langzaam?

4 grd Celcius (koelkast)

400

waardoor kunnen micro-organismen in jam niet overleven? 

door de suiker die het vocht weghaalt. 

door het gebrek aan vocht, minder M.O.

400

wat meet je met een refractometer?

suikergehalte van een product. 

400

Wat zijn buitenbeentjes in groente en fruit?


producten die er minder goed uit zien, maar hetzelfde smaken. 

500
Leg steeds uit wat de juiste bewerking is:


Blancheren

Frituren

Stomen

Schillen

Schrappen

Snijden

Blancheren = korte tijd koken in water van 100 °C 

Frituren = onderdompelen in vet van 160-190 °C 

Stomen = verhitten met de opstijgende damp van een kokende vloeistof 

Schillen = met een mes de schil van een product afsnijden 

Schrappen = met een mesje het buitenste vlies verwijderen 

Snijden = met een mes in kleinere stukken verdelen

500

Wat doet de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit?

keuren van hygiene en omstandigheden waar het voedsel ligt. 

500

Wat doen additieven in een product? 

iets langer houdbaarmaken

500

Wat doen vezels in je lichaam?

helpen bij de stoelgang

500

Geef een voorbeeld van een bouw, brand en een beschermende stof

Bouwstof: Mineralen, eiwitten, water

Brandstof: Koolhydraten, vetten

beschermende stof: vitaminen, mineralen

M
e
n
u