Stijlfiguren
Objectief en subjectief
Zin in lezen
Taallab
Mix
100

Welke stijlfiguur zie je in de volgende zin (juist gespeld!): 'Mia's maffe moppen maakten iedereen aan het lachen'?

alliteratie

100

'Ik schrok me dood' is een voorbeeld van een ...?

hyperbool

100

Welke tekstsoort is een krantenartikel of een weerbericht? 

een informatieve tekst

100

Vul het schooltaalwoord in: De leerlingen komen uit __________ culturen, wat zorgt voor een boeiende klas.

diverse

100

Wat is er typisch aan een beschrijvend verband (buiten dat het dingen/personen beschrijft)?

geen signaalwoorden

200

Welke stijlfiguur zie je in de volgende zin: 'Ze is zo oud als de heuvels'?

vergelijking

200

Geef een synoniem van het woord 'paard' dat een meer negatieve connotatie heeft.

knol

200

Welke leesstrategie gebruik je om het tijdsstip van je treinvertrek te vinden in het station?

Zoekend lezen

200

Wat is het O en de PV: De leerlingen die altijd te laat zijn, krijgen nu een waarschuwing.

O: de leerlingen die altijd te laat zijn

PV: krijgen

200

Welk begrip past bij de volgende beschrijving: iemand anders behandelen op basis van hun identiteit.

discriminatie

300

Welke stijlfiguur is het meest duidelijk in de volgende zin: 'Het licht van de waarheid onthult de schaduwen van leugens'?

tegenstelling

300

'Er was gisteren een zware sneeuwstorm dus het was een beetje fris' is een voorbeeld van een ...?

understatement

300

Wat is het tekstdoel van een narratieve tekst?

Een verhaal vertellen

300

Vervoeg het werkwoord in de OTT: Waarom ____ (houden) je oudste zus niet van tomaten?

houdt

300

Vul het rijtje aan: teer - broos - ... ?

frĂȘle

400

Welke stijlfiguur zie je in de volgende zin (juist gespeld!): 'De tijd vliegt onverbiddelijk voorbij, zonder een seconde te verliezen'?

personificatie

400

Wat is een ander woord voor een 'verzachtende, verhullende of verbloemende uitdrukking die gebruikt wordt in plaats van een woord of formulering die als kwetsend, onaangenaam of taboe wordt ervaren'?

eufemisme

400

Waar in de tekst kan je meestal de hoofdpunten van de tekst vinden?

Aan het begin (eerste zin) van elke alinea
400

Vul het schooltaalwoord in: Emma nam het __________ om een actie voor het goede doel te organiseren. 

initatief

400

Geef een synoniem voor pluizig krullend haar?

gefriseerd haar
500

Welke stijlfiguur zie je in de volgende zin: 'Hij is een open boek op het vlak van zijn gevoelens'?

metafoor

500

Welk synoniem van het woord drinken heeft een meer positieve connotatie?

degusteren

500

Welke tekstsoort is een handleiding of spelregels? (juist gespeld)

prescriptieve tekst

500

Vul het schooltaalwoord in: Een belangrijk __________ van het onderzoek is de betrouwbaarheid van de resultaten.

aspect

500

Vervoeg het werkwoord in de OVT: Gisteren ____ (sterven) mijn hond door een accident.

stierf

M
e
n
u