vocab
grammar
stones
vocab
stones
100

zich zorgen maken

worry

100

in de verleden tijd plak je een -ing achter een regelmatig werkwoord

nee/ false

100

some time ago when i was in the city centre, i saw something amazing

een tijd geleden toen ik in het stadshard was zag ik iets geweldigs

100

diet

dieet


100

vertaal de zin?


wie heeft dit boek geschreven

who wrote this book?


200

beroemdheid

celebrity

200

the past continuous is een actie die een tijde aan de gang is in het verleden


ja

200

ik wist het niet

i didn't know


200

useless

zinloos

200

vertaal de zin:

when is your graduation party?

wanneer is je geslaagd feestje?

300

gek/maf

wacky

300

zet de volgende zin in de present perfect:


i walk to school 

i have walked to school


300

finally it became clear

eindelijk was het duidelijk

300

patience

geduld

300

hoe maak je een vraag ontkennend?

door "NOT"achter de vorm van : be/have got/ do of het hulpwerkwoord te zetten


400

onbedaarlijk

uncontrollably

400

bij welke grammaticale tijd voeg je was/ were toe

past continuous

400

what sort of jokes does this comedian tell?

wat voor grappen verteld deze komediaan?


400

suspiscious

verdacht

400

waar in de zin plaats je de vraagwoorden: who/what/ which/ where/when/why

vooraan in de zin

500
kattenkwaad

mischief


500

welke grammaticale tijd hoort bij de uitleg:

wanneer er iets in het verleden begint en nu nog steeds van toepassing is

present perfect


500

don't you think this show is wonderfull?

vind je niet dat deze show geweldig is?

500

double up

dubbel liggen


500

noem de 3 grammaticale tijden die je deze toets moet leren

past simple, present perfect, past continuous

M
e
n
u