Giechelen betekent met hoge stem lachen, meestal omdat je je schaamt of boos bent.
omdat je nerveus bent niet boos
Ze ........................ toen haar broertje een grappig dansje deed.
glunderen gillen schateren
Ze schaterde/glunderde toen haar broertje een grappig dansje deed.
Hij glimlachte/grijnsde/snauwde vriendelijk naar de kelner toen hij zijn bestelling opnam.
snauwde is nooit vriendelijk
Snauwen betekent rustig en vriendelijk lachen, vooral wanneer er iemand is gewond.
een onvriendelijke, geen vriendelijke manier
Het is niet aardig om mensen te bespotten/uit te lachen/te spotten.
spotten
kan onmogelijk in deze zin staan
het is spotten met
De kinderen giechelden/zeurden van opwinding toen ze cadeautjes openden.
zeuren laat geen opwinding toe, alleen verveling
giechelen betekent zachtjes lachen om iets dat misschien prettig is voor iemand anders.
lachen om iets dat prettig is voor jezelf.
Ze giechelde/lachte/schaterlachte zo hard dat haar ogen begonnen te tranen.
giechelde
giechelen is geen harde lach.
Ze glimlachte/gilde/grijnsde van oor tot oor toen ze het goede nieuws hoorde.
gilde
gaat niet van oor tot oor
schaterlachen betekent heel hard en gecontroleerd lachen.
ongecontroleerd lachen, niet gecontroleerd lachen
Ze gierde /proestte van het lachen bij het zien van de grappige video.
proestte
moet altijd in combinatie met "het uit"
Hij kon niet bijkomen /gieren van het lachen nadat hij die dolkomische sketch had gezien.
gieren
er zou geen niet mogen staan
Grinniken betekent luid lachen, meestal omdat je aan iets hilarisch denkt of omdat je iets dolkomisch aan het lezen bent.
grinniken betekent stil lachen, niet luid
Ze glunderde/lachte/spotte met haar vrienden terwijl ze herinneringen ophaalden aan vroeger.
alledrie mogelijk
Het is niet aardig om mensen uit te lachen/uit te proesten.
uit te proesten
je kan alleen het uitproesten