Infinitive -> Past Simple
Wat is de past simple van go?
went
Wat is de past participle van ate?
eaten
Wat is het Engelse werkwoord voor lopen?
to walk
Yesterday, she ___ (go) to the park.
went
What is the past simple of buy?
bought
Wat is de past simple van have?
had
Wat is de past participle van broke?
broken
Wat is het Engelse werkwoord voor eten?
to eat
They have ___ (see) that movie before.
seen
Choose the correct form: He has ___ (break) his leg.
broken
Wat is de past simple van take?
took
Wat is de past participle van sang?
sung
Wat is het Engelse werkwoord voor schrijven?
to write
He ___ (begin) his homework at 7 PM.
began
Vertaal: “Ik heb een boek gelezen.”
I have read a book.
Wat is de past simple van begin?
began
Wat is de past participle van chose?
chosen
Wat is het Engelse werkwoord voor rijden?
to drive
We have never ___ (ride) a horse.
ridden
Wat is de infinitive van wrote?
to write
Wat is de past simple van swim?
Wat is de past participle van flew?
flown
Wat is het Engelse werkwoord voor vergeten?
to forget
While I ___ (sleep), my phone rang.
was sleeping/slept
Vul in: “By the time she arrived, we had already ___ (eat).”
eaten