Cursist B antwoordt.
Hoeveel.................. spreek jij? (taal)
Hoeveel talen spreek jij?
Ik spreek 1 taal.
Ik spreek 2/3/4... talen.
Hoeveel ....................... heb jij? (huisdier)
Hoeveel huisdieren heb jij?
Ik heb geen huisdier.
Ik heb 1 huisdier.
Ik heb 2/3/4.... huisdieren.
Hoeveel ...................... heb jij? (tand)
Hoeveel tanden heb jij?
Ik heb 28/29/30/31/32 tanden.
Hoeveel ...................... heb jij? (hobby)
Hoeveel hobby's heb jij?
Ik heb geen hobby('s).
Ik heb 1 hobby.
Ik heb 2/3/4... hobby's.
Hoeveel ...................... groot ben jij? (centimeter)
Hoeveel centimeter groot ben jij?
Ik ben 150/168/178/182... centimeter groot.
Hoeveel ......... heb jij? (horloge)
Hoeveel horloges heb jij?
Ik heb geen horloge(s).
Ik heb 1 horloge.
Ik heb 2/3/4... horloges.
Hoeveel................... water drink jij per dag? (liter)
Hoeveel liter water drink jij per dag?
Ik drink geen/1/2/3 liter water per dag.
Hoeveel ................... stuur jij elke dag? (e-mail)
Hoeveel e-mails stuur jij elke dag?
Ik stuur geen e-mail(s).
Ik stuur 1 e-mail.
Ik stuur 2/8/12... e-mails.
Hoeveel ...................... heb jij? (jas)
Hoeveel jassen heb jij?
Ik heb 1 jas.
Ik heb 2/3/4... jasssen.
Hoeveel .................. frisdrank drink jij per dag? (blikje)
Hoeveel blikjes frisdrank drink jij per dag?
Ik drink geen (blikjes) frisdrank.
Ik drink 1 blikje frisdrank.
Ik drink 2/3/4... blikjes frisdrank.
Hoeveel ................. heb jij? (zus)
Hoeveel zussen heb jij?
Ik heb geen zus(sen).
Ik heb 1 zus.
Ik heb 2/3/4... zussen.
Hoeveel .......... heb jij? (familienaam)
Hoeveel familienamen heb jij?
Ik heb 1 familienaam.
Ik heb 2/3/4... familienamen.
Hoeveel .............. heb jij? (kind)
Hoeveel kinderen heb jij?
Ik heb geen kind(eren).
Ik heb 1 kind.
Ik heb 2/3/4... kinderen.
Hoeveel ....................... heb jij? (broer)
Hoeveel broers heb jij?
Ik heb geen broer(s).
Ik heb 1 broer.
Ik heb 2/3/3/4... broers.
Hoeveel ............ kijk jij op Netflix? (serie)
Hoeveel series kijk jij op Netflix?
Ik kijk geen serie(s) op Netflix.
Ik kijk 1 serie op Netflix.
Ik kijk 2/3/4.... series op Netflix.
Hoeveel ................ rook jij per dag? (sigaret)
Hoeveel sigaretten rook jij per dag?
Ik rook geen sigaret(ten). / Ik rook niet.
Ik rook 1 sigaret.
Ik rook 2/3/4... sigaretten.
Hoeveel ...................... eet jij per dag? (banaan)
Hoeveel bananen eet jij per dag?
Ik eet geen banaan/bananen.
Ik eet 1 banaan.
Ik eet 2/3/4.... bananen.
Hoeveel .......... geef jij aan jouw mama? (kus)
Hoeveel kussen geef jij aan jouw mama?
Ik geef geen kus(sen) aan mijn mama.
Ik geef 1 kus aan mijn mama.
Ik geef 2/3/4... kussen aan mijn mama.
Hoeveel ..................... zitten in jouw portemonnee?
(munt en briefje)
Hoeveel munten en briefjes zitten in jouw portemonnee?
Er zit 1 munt en 1 briefje in mijn portemonnee.
Er zitten ..... munten en .... briefjes in mijn portemonnee.
Er zitten geen munt(en) en briefje(s) in mijn portemonnee.
Hoeveel ......... (reep) chocolade en ....... (zak) chips eet jij per week?
Hoeveel repen chocolade en zakken chips eet jij per week?
Ik eet 1 reep chocolade en 1 zak chips.
Ik eet geen reep/repen chocolade en geen zak(ken) chips.
Ik eet 2/3/4... repen chocolade en zakken chips.