singularis: de banaan
pluralis: de bananen
(pluralis met lange vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 1x)
singularis: de tomaat
pluralis: de tomaten
(pluralis met lange vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 1x)
singularis: het water
pluralis : / (geen pluralis)
singularis: het brood
pluralis :de broden
(pluralis met lange vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 1x)
singularis: de kip
pluralis: de kippen
(pluralis met korte vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 2x)
singularis: de appel
pluralis: de appels / appelen
(Fruit en groentes op -el hebben twee opties in het pluralis: +en / +s : appelen / appels)
singularis: de wortel
pluralis: de wortels / de wortelen
(Fruit en groentes op -el hebben twee opties in het pluralis: +en / +s : wortelen/ wortels)
singularis: het bier
pluralis: de bieren
singularis: de taart
pluralis: de taarten
singularis: de biefstuk
pluralis : de biefstukken
(pluralis met korte vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 2x
pluralis: de peren
(pluralis met lange vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 1x)
singularis: de ui (standaardnederlands)
de ajuin (Belgisch Nederlands)
pluralis: de uien/ de ajuinen
singularis: de wijn
pluralis: de wijnen
singularis: het koekje
pluralis: de koekjes
singularis: het gehakt
pluralis: / (geen pluralis)
singularis: de appelsien (Belgisch Nederlands)
de sinaasappel (standaardnederlands)
pluralis: de appelsienen/ de sinaasappels- de sinaasappelen
(Fruit en groentes op -el hebben twee opties in het pluralis: +en / +s : sinaasappelen/ sinaasappels)
singularis: de (krop) sla
pluralis: de (kroppen) sla
singularis: de frisdrank
pluralis: de frisdranken
singularis: de croissant
pluralis: de croissants
singularis: het (room)ijs
pluralis: / (geen pluralis)
singularis: de druif
pluralis: de druiven (f > v)
singularis: de paprika
pluralis: de paprika's
singularis: het fruitsap
pluralis: de fruitsappen
(pluralis met korte vocaal > ik schrijf de vocaal 1x en de consonant 2x)
een nieuw woord! :-)
singularis: de koffiekoek
pluralis: de koffiekoeken
singularis: de friet/ het frietje
pluralis: de frieten / de frietjes