Zuivel
singularis: de melk
pluralis: / (geen pluralis)
singularis: de spaghetti
pluralis : / (geen pluralis)
singularis: de tandenborstel
pluralis: de tandenborstels
singularis: de boter
pluralis: / (geen pluralis)
singularis: de rijst
pluralis: / (geen pluralis)
singularis: de shampoo
pluralis:de shampoos
singularis: de kaas
pluralis: de kazen
singularis: de koek / het koekje
pluralis: de koeken/ de koekjes
singularis: het waspoeder
pluralis: de waspoeders
singularis: de room
pluralis: / (geen pluralis)
singularis: de soep
pluralis: de soepen
singularis: het ei
pluralis: de eieren