Hoe schrijf je de wij-vorm van zetten?
zetten
ik-vorm + ten
Welke 3 werkwoorden leveren hulp (dus zijn hulpwerkwoorden) bij het verkrijgen van een voltooid deelwoord?
hebben, worden en zijn
Het voltooid deelwoord van afwisselen?
En hoe schrijf je dat (pas de regel toe)?
afwisselend
hele werkwoord (afwisselen) + d
Vul in (met uitleg):
... jij dat even weg? (gooien)
ik-vorm: gooi
Er staat jij achter en die kan je veranderen in je.
Ik vermoedde
Ik vermoede
Leg uit!
Ik-vorm + de
Gebiedende wijs van wuiven:
wuif
Je moet op de v/f-wisseling letten
Welke hoort er niet bij en waarom niet?
leren, lenen, leven, lepelen
leven
leven heeft een v/f-wisseling en de andere werkwoorden horen bij het werkwoord kleuren.
Vul in en leg uit:
... je vriend alleen naar school? (lopen)
ik-vorm + t / hij-vorm: loopt
Er staat wel je achter, maar die kan je niet veranderen in jij.
wat verandert er als ik van het voltooid deelwoord "krijgen" een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord maak?
niks, als een voltooid deelwoord eindigt op een n dan is dat ook zo als je het bijvoeglijk gebruikt.
Het gekregen cadeau
het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van voorbereiden?
voorbereide
Het voltooid deelwoord is voorbereid, er komt een e achter.
Wat hoort er niet in dit rijtje thuis?
inkleuren, doorscheuren, knippen, afwijken, trappen
afwijken, die verandert namelijk van klank in de verleden tijd en is dus een sterk werkwoord.
Nog 2 werkwoorden die je net zo vervoegt als "fluiten":
Bijvoorbeeld:
sluiten
afsluiten
Welk voltooid deelwoord is correct?
gedelete of gedeletet
gedeletet
Noem een zelfstandig naamwoord dat ook een werkwoord kan zijn:
bijvoorbeeld: vissen
Dit is een nepvraag! Omdat jullie kozen voor 500 punten zijn jullie hebberts! En om te leren dat je niet een hebbert moet zijn ga je deze 500 punten aan een ander groepje geven!
In de hoop dat jullie er iets van leren!
Verander de zin van tijd (let op duidelijke uitspraak):
Wij rennen naar de klas en zijn gaan zitten.
Wij renden naar de klas en waren gaan zitten.
maak een zin met twee verschillende vormen van worden waarvan er één vorm een voltooid deelwoord is
Bijvoorbeeld: Hij wordt later groot en is nu nog niet zo groot geworden.
Het bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord van irriteren?
Let op! Uitleg en de juiste schrijfwijze toelichten!
geïrriteerde