Vocabulary
WW: to be
Past simple
Expressions
Culture
100

Vertaal naar het Nederlands:

dishwasher

vaatwasser

100

Vul de zin in met to be:

You .... my friend. 

were

100

Verleden tijd van:

To bake

baked

100

Vertaal de volgende zin naar het Nederlands:

May I have a glass of water, please?

Mag ik alsjeblieft een glas (met) water.

100

Hoe schrijf je Nieuw-Zeeland in het Engels?

New Zealand

200

Vertaal naar het Engels:

vogel

bird

200

Maak de volgende zin vragend:

He was a close friend. 

Was he a close friend?

200

Verleden tijd van:

To plan

Planned

200

Vertaal de volgende zin naar het Nederlands:

Please help yourself to another biscuit.

Neem nog een koekje. 

200

Om welk dier staat Nieuw-Zeeland bekend?

De kiwi

300

Vertaal naar het Nederlands:

to go sightseeing

bezichtigen

300

Maak de volgende zin ontkennend:

They were at the party yesterday.

They were not at the party yesterday.


300

Maak een vraagzin:

You arrived at the airport yesterday. 

Did you arrive at the airport yesterday?

300

Vertaal naar het Engels:

We zijn met de bus gegaan.

We went by bus.

300
Wat is de hoofdstad van Nieuw-Zeeland?

Wellington

400
Vertaal naar het Engels:

camping

campground

400

Vertaal de zin naar het Engels:

Hij was vorige week niet in Auckland. 

He was not in Auckland last week.

400

Maak een ontkenning:

She worked here when she was 15 years old.

She didn't/did not work here when she was 15 years old.

400
Vertaal naar het Engels:

Loop rechtdoor tot je het park ziet. 

Walk straight on until you see the park. 

400

Hoe heet de eerste bevolking van Nieuw-Zeeland?

Maori

M
e
n
u