Lineaire verband
Machtsverband
Wortelverband
Periodieke verband
Omgekeerd evenredig verband
Exponentiele verband
100

B = 11 + 5a


Wat is hiervan het begingetal?

11


100

Wat is y als x= 5?


-5.


Als ik 5 invul op de plek(ken) van x dan krijg je -5 als antwoord!

100

Wat is de wortel van 10000?

100

100

Is hier sprake van een periodieke verband?


Ja!

100

Welke van de 2 grafieken hoort bij een omgekeerd evenredig verband?

De rechter!

100

Is hier sprake van een procentuele afname of toename?


A = 110 000 x 0,93t

Afname

200

B = 11 + 5a


Wat is hiervan de richtingscoëfficiënt?


5

200

Maak een tabel. 

Neem voor x de getallen -2 tot en met 2 en vul de tabel in. De formule luidt als volgt:

200

Bereken y wanneer x= 22,5


y = 7.

In jouw rekenmachine tik je:

Wortel haakje openen 2, keer 22,5 plus 4 haakje sluiten. 

Let op! Je MOET haakjes gebruiken!



200

Hoe lang duurt 1 periode? (Hier is h in hoogte en tijd in minuten)

10 minuten.

Ik neem bijvoorbeeld 2 keer minimum. Dat is bij 5 minuten en 15 minuten. 15 - 5 = 10 minuten.

1 periode duurt dus 10 minuten.

200

Waar of niet waar?


De grafiek die bij een omgekeerd evenredig verband hoort, heet een hyperbool.

Waar!

200

Wat is hiervan het begingetal?


A = 110 x 1,14t

110

300

De mus is een vogelsoort die steeds minder voorkomt.
In 2005 werden daar 27 000 van geteld.
In 2012 was dat aantal  13000. Volgens deskundigen is deze daling lineair.

  • Geef een formule die bij deze daling hoort. Gebruik a voor het aantal mussen en t voor het aantal jaren na 2005. 

A = 27000 - 2000t


Begingetal is 27000 (zie tekst).

2012 - 2005 = 7. 

27 000 - 13 0000 = 14 000

Dus in 7 jaar tijd zijn er 14 000 mussen minder.

14 000 : 7 = 2000

Dus 2000 mussen per jaar minder.
RC is dus 2000.

300

Een basketballer gooit een bal van ongeveer 2 meter hoogte richting de basket. De baan die de bal aflegt is deel van een parabool. De formule die hierbij hoort luidt als volgt waarbij h en x in meters worden uitgedrukt. 

Bereken de precieze hoogte waarop de bal wordt losgelaten.

2,2 meter.

Op het moment dat het losgelaten wordt, is de bal nog in de handen en is het dus nog 0 meter, vul 0 in in de formule en dan krijg je 2,2 meter. 

300

De grafiek gaat door punt A (2,4;3,0). De x-coördinaat van dit punt gaat door 2,4 en de y-coördinaat van dit punt gaat door 3,0. De y-coördinaat is hier afgerond op 1 decimaal.

Wat zou de y-coördinaat van dit punt zijn als je het af zou ronden op 2 decimalen?

y=2,97

Ik vul dus 2,4 in, in de formule. Dit doe ik op het plekje van de x.  Want 2,4 is de x- coördinaat. 

Als ik 2,4 invul dan krijg ik 2,9664.... als antwoord.

Dit is de y-coördinaat. Dit is 2,97 afgerond.

Dus 2,97

300

Bereken de evenwichtsstand.

3,5 m.


Maximum = 6

Minimum = 1

6 + 1 =7

7:2 = 3,5m


Dus evenwichtsstand is 3,5m.

300

Is dit een voorbeeld van een omgekeerd evenredige verband?

Ja!

Dit kan ik checken door steeds onder met boven te vermenigvuldigen. Ik krijg steeds 12 als antwoord. Dus het is omgekeerd evenredig.

300

Wat is hiervan de groeifactor?


A = 11 000 x 0,90t

0,90

400

Stel de formule op van de blauwe grafiek.

Y = 3 - x

400

Een basketballer gooit een bal van ongeveer 2 meter hoogte richting de basket. De baan die de bal aflegt is deel van een parabool. De formule die hierbij hoort luidt als volgt waarbij h en x in meters worden uitgedrukt. 

De basketballer staat precies 5,2 meter van de basket af. De bal gaat er mooi in. Bereken (afgerond op 2 decimalen) de hoogte van de basket.


3,03 m

Hij staat 5,2 meter van de basket af. Dus ik vul 5,2 meter in in de formule (op de plek van x). Ik krijg dan 3,032m als antwoord. Dit is 3,03m afgerond.
400

De grafiek gaat door punt (x;2). Geef de volledige coördinaten van dit punt.

(0,2)

De y- coordinaat is 2. Dit betekent dat ik iets in moet vullen voor x en dan op 2 uit moet komen. Dit doe ik met inklemmen!

400

Bereken de amplitude.

De amplitude is 20.


Max = 110

Min = 70

110+ 70 = 180

180:2 = 90. Dus evenwichtsstand is 90.

Amplitude is max - evenwichtsstand.

Dus 110-90= 20

400

Welk getal moet op de lege plek, zodat er sprake is van een omgekeerd evenredig verband?

4.

5 x 12 = 60

10 x 6 = 60

20 x 3 = 60

Dus ik moet 15 x .... = 60 hebben.

Dat betekend 60 : 15= 4. Dus op de lege plek moet 4 komen.

400

Bereken de procentuele afname/toename.


A = 910 000 x 0,84t

afname van 16%


0,84 x 100 = 84

84 - 100= - 16

- betekent afname en 16 is dus de percentage

500

Stel de formules van de groene en rode grafiek op. 

Groen:

Y = 3/2x OF Y = 1,5x

Rood:

Y = 1 + 3/5x OF Y = 1 + 0,6x

500

Een basketballer gooit een bal van ongeveer 2 meter hoogte richting de basket. De baan die de bal aflegt is deel van een parabool. De formule die hierbij hoort luidt als volgt waarbij h en x in meters worden uitgedrukt. 

De hoogte van de basket is 2,75m. Bereken hoe ver de basketballer van de basket af staat

5,5 meter.


Hoogte van de basket is 2,75. Dus ik moet iets invullen voor x en dan uitkomen op 2,75. Dit doe ik met inklemmen!

500

Wat is het kleinste getal wat je voor x kunt nemen?

-2.

Dit antwoord kun je op verschillende manieren krijgen. 

1) Door te kijken naar de grafiek, daar zie ik dat hij bij x=-2 begint. Ik check dit dubbel en vul -3 in voor x, dan krijg ik MATH ERROR. Dus -2 is het kleinste getal wat je voor x kunt nemen.

2) De balansmethode

De wortel van een negatief getal kan niet. Dus de wortel van 0 en hoger kan alleen. 

Dit betekent dat onder de wortel teken 0 of hoger moet zijn. 2x+4=0. Dit los ik op met de balansmethode

2x+4=0

2x=-4

x=-2

Dus -2 is het laagste getal.

Als ik -2 in de formule tik dan krijg ik als antwoord 0.

Ik ga dubbel checken door een kleiner getal te nemen dan -2, bijvoorbeeld -3. Als ik -3 invul in de formule, dan krijg ik als antwoord MATH ERROR. Dus -2 is het kleinste getal wat je voor x kunt nemen!

3) Inklemmen. Verschillende getallen nemen voor x en dan krijg je dat vanaf -2 en hoger je alleen een uitkomst krijgt. Bij -3 krijg je MATH ERROR. Dus -2 is het kleinste getal wat je voor x kunt nemen

500

Hieronder is h hoogte in meters en t tijd in minuten. Bereken de hoogte na 1 uur en 45 minuten.

1 meter.

1 uur en 45 minuten = 60 minuten en 45 minuten. Dit is in totaal 105 minuten.

De periode is 10 minuten. Bij 0, 10, 20, 30 en dus steeds na 10 minuten heeft het een hoogte van 6 meter. Na 10 x 10 minuten heb ik 100 minuten, waar een hoogte van 6 meter hoort. Ik moet dan nog 5 minuten (want totaal aantal minuten was 105 minuten). Ik kijk dus naar 5 in de grafiek. Daar hoort een hoogte van 1 meter bij, dus het antwoord is 1 meter!

500

y = 6000 : x


6000 deel je door de aantal mensen (dus door de x mensen) en dan krijgt iedereen een bedrag, hier staat y voor.

500

Bella Wella opent een bankrekening op 1 januari 2024. Zij stort op het moment van openen een bedrag van 250 euro en krijgt ook meteen een welkomstbedrag van 20 euro. Op 1 januari 2024 heeft zij dus 270 euro. De bank keert rente iedere jaar uit, dit is een percentage van 22%. Stel de formule op, waarbij E aantal euro is en t tijd in jaren, met 0= 1 januari 2024. 

E=270x1,22^t


Haar startbedrag is 270 euro, want 250 + 20 = 270 euro.

De groeifactor is 1,22. Een percentage van 22%, betekent 100 + 22= 122.

122:100= 1,22.

M
e
n
u