Woordenschat
Woordenschat
Woordenschat
Woordenschat
Woordenschat
100

Een woord voor zuinig zijn met iets, minder van iets gebruiken

Besparen

100

Een woord voor het gebruiken van levensmiddelen (eten, drinken)

Consumptie

100

Een woord voor dat iets van jou is

Eigendom

100

Een kunstmatig (gemaakt door de mens), verplaatsbaar eiland waar geboord wordt in de grond

Booreiland

100

Een woord voor spullen of geld dat je van iemand krijgt die is overleden

Erfenis

200

Een woord voor de manier waarop je je inkomen (geld) besteed

Bestedingspatroon

200

Een woord voor minder geld aan iets uitgeven dan gepland

Bezuinigen

200

Een woord voor dat je iets geeft of doet om iets te laten lukken

Bijdrage (leveren)

200

Een woord voor stoffen in de lucht die warmte van de zon vasthouden en zo de aarde opwarmen, zoals een deken om je heen. 

Broeikaseffect

200

Een woord voor alles wat met geld te maken heeft

Financiƫn

300

Beschadigd raken door invloeden van buitenaf

Aantasten

300

Een ander woord voor intensieve veehouderij (veel dieren op weinig grondgebied)

Bio-industrie

300

Een woord voor een boekwerk, verzameling kaartenbakken of een bestand in de computer. Daarin staat een opsomming van een collectie, bijvoorbeeld boeken, stukken op een veiling of kunstwerken op een expositie.

Catalogus

300
Een woord voor afval dat niet bij het andere afval mag, omdat het schadelijk is voor mens en natuur. Denk aan verfresten, batterijen, TL-buizen, medicijnen)

Chemisch afval

300

Een woord voor een betaalmanier op papier, een schriftelijke betaling

Cheque

400

Hulpstuk om iets op te laden, voor bijvoorbeeld een elektronisch apparaat.

Adapter

400

Een ander woord voor een poster of aanplakbiljet.

Affiche

400

Het afboeken van geld op je bankrekening.

Afschrijving

400

Een woord voor materiaal dat afkomstig is van dieren of planten.

Bio-massa

400

Huishoudelijk afval waar chemische stoffen in zitten die schadelijk zijn voor de gezondheid en voor het milieu.

Chemisch afval

500

Bij het uit elkaar halen (splijten) van atomen, komt warmte (energie) vrij. Deze energie heeft een naam. Welke naam?

Atoomenergie

500

Een woord voor een stof die in een fabriek wordt gemaakt of gemengd wordt met een andere stof, gemaakt door de mens dus

Chemicaliƫn

500

Een woord voor geld wat je moet betalen als je ergens lid van bent

Contributie

500

Een woord voor een onderdeel van een atoom, bestaat uit negatief geladen deeltjes

Elektronen

500

Een woord voor een gesteente met daarin een mineraal of ijzer

Erts

M
e
n
u