Dutch English 1
                ontvangen
to recieve
right away
direct/dadelijk
een bestelling
an order
to avoid
vermijden
melden
to report
annuleren
to cancel
honest
eerlijk
de stage
the internship
bills
rekeningen
schoeisel
footwear
winstgevend
profitable
the wholesaler
de groothandel
de geldstroom
the cash flow
to store
opslaan
het apparaat
the device
stoelen en banken
seats and benches
the aisle
het gangpad
de loonlijst
the payroll
the liability
de aansprakelijkheid
de werkdruk
the workload
stipt
promptly
expenses
uitgaven
de breedte
the width
purposefully
doelbewust
de begeleiding
the guidance