Words English-Dutch
Words Dutch - English
onregelmatige werkwoorden
Spelling
Random
100

switch off

uitzetten


100

vorm

shape

100

Past Simple van: beginnen

began

100

enkel

ankle
100

Name two famous sights in London.

Bijv: Big Ben, Tower Bridge, Buckingham Palace, London Eye, Madame Tussauds, Tower of London

200

survivor

overlevende


200

lawaaierig

noisy

200

past simple van: brengen

brought

200

spier

muscle


200

Capital of Ireland

Dublin

300

brave

moedig

300

verschillend

different

300

Voltooid deelwoord van: vangen

caught

300
onder

underneath

300

Hoeveel strepen staan er op de Amerikaanse vlag?

50

400

tussen

between

400

zichtbaar

visible

400

voltooid deelwoord van:  bijten

bitten

400

nauwkeurig

carefully

400

Wie wordt de nieuwe President van Amerika?

Joe Biden

500

disease

ziekte

500

recept

prescription

500

Voltooid deelwoord van: tekenen

drawn

500

kans

opportunity

500

Noem 3 beroemde Engelse voetbalclubs

Chelsea, Tottenham, Arsenal, Man United, Liverpool, Man City