De familie
De markt
De meubels
De woning
Comparatief: welk/welke
Superlatief: welk/welke
100

hobby - zus

Wat doet jouw zus graag? 

100

Dat ben ik!

Wie is de volgende?

100

breedte - tafel

Hoe breed is de tafel?

100

Verdieping - appartement

Op welke verdieping is het appartement?

100

lekker vinden - snoepjes (de)

Welke snoepjes vind jij lekkerder? 

100

lekker vinden - fruit (het)

Welk fruit vind jij het lekkerst?

200

passie - nicht

Waar houdt jouw nicht van?

200

Nee, het spijt me, ik heb niets kleiners want ik kom net van de bankautomaat.

Hebt u niets kleiners? 

200

materiaal - bed

In welk materiaal is het bed?

200

Straat - appartement

In welke straat is het appartement?

200

mooi vinden - tapijt (het)

Welk tapijt vind jij mooier? 

200

graag eten - groente (de)

Welke groente eet jij het liefst? 

300

gelijkenis - moeder

Lijk jij op jouw moeder? / Op wie lijkt jouw moeder? 

300

Ik had graag 1 kilo witloof en 1 rode kool.

Kan ik u helpen?

300

kleur - driezit

Welke kleur heeft de driezit? 

300

Badkamer: hoe

Hoe ziet de badkamer eruit?

300

graag doen - sport (de)

Welke sport doe jij liever? 

300

mooi vinden - salontafel (de)

Welke salontafel vind jij het mooist? 

400

talent - schoonbroer

Wat kan jouw schoonbroer goed? 

400

Dat is dan 16 euro, 20 cent.

Hoeveel moet ik u?

400

wat erbij hoort - nachtkastjes

Zijn er nachtkastjes bij?

400

Waarborg

Hoeveel is de waarborg?

400

moeilijk vinden - taal (de)

Welke taal vind jij moeilijker? 

400

graag kijken - tv-programma (het)

Welk tv-programma kijk jij het liefst?

500

nog leven/gestorven - grootouders

Leven jouw grootouders nog of zijn ze gestorven?

500

Nee, dat zal het zijn.

Nog iets anders? 

500

aantal lades - kleerkast

Hoeveel lades heeft de kleerkast?

500

Kosten 

Zijn alle kosten inbegrepen?
500

veel wegen - dier (het)

Welk dier weegt meer?

500

duur zijn - auto (de)

Welke auto is het duurst?