Tekstsoorten, tekstdoelen en onbekende woorden
Noem 2 manieren hoe je de woordbetekenis van een woord kan achterhalen die je niet kent?
Context, woorddelen zoeken die je wel herkent, opzoeken in een woordenboek
Waar of niet waar: Het onderwerp van een tekst wordt in een paar zinnen uitgelegd.
Niet waar, een paar woorden van de gehele tekst geven het onderwerp weer.
Wat voor soort woorden zorgen voor samenhang in een tekst?
Signaalwoorden.
Waar of niet waar: Hoofdzaken vind je meestal in het midden (de kern) van de tekst.
Niet waar. Hoofdzaken vind je meestal aan het begin of het eind van een tekst.
Is een tekst met vooral feiten, objectief of subjectief?
Objectief. Subjectief betekent dat er meningen worden gegeven.
Noem 2 van de 4 tekstsoorten.
Informatief, betogend, instructief, verhalend
Waar of niet waar: De hoofdgedachte van de tekst beschrijft in één zin wat over het onderwerp wordt verteld.
Waar.
maar, echter, hoewel, daarentegen, toch, aan de andere kant
Waar of niet waar: Voorbeelden en extra uitleg zijn bijzaken.
Waar of niet waar: Standpunten gebruik je om je mening te ondersteunen.
Niet waar. Een standpunt is je mening, argumenten gebruik je om een standpunten of jouw mening te ondersteunen.
Bij welke tekstsoort wil de schrijver amuseren of vermaken?
Verhalende teksten
Waar of niet waar: Onderwerp en hoofdgedachte kun je ook voor tekstdelen begrijpen.
Waar, zo zorg je voor goed inzicht in de opbouw van de tekst.
Noem 3 signaalwoorden die een reden/verklaring of argument aangeven.
daarom, omdat, want, namelijk, dus, aangezien, dat blijkt uit, vanwege, immers
Waar of niet waar: Bijzaken kan je niet weglaten in de tekst.
Niet waar. Bijzaken kun je weglaten zonder dat de tekst onbegrijpelijk wordt.
Hoe noem je onjuiste argumenten?
Drogredenen.
Tekst 1: Wat voor soort tekstsoort is de tekst die je hebt gelezen?
Recensie, dus betogend. Er wordt een mening gegeven over een boek.
Tekst 1: Wat is het onderwerp van de tekst?
Recensie over boek Anti-fame
Tekst 1: Noem de eerste 2 signaalwoorden die je tegenkomt in de alinea Inhoud.
omdat en daarnaast
Tekst 1: Wat is de hoofdzaak van de tekst?
De anonieme auteur van dit humoristische zelfhulpboek helpt jou om niet beroemd te worden.
Ik vind Nederlands saai omdat het niet boeiend is. Wat voor soort drogreden is dit?
Cirkelredenering. Het argument is eigenlijk een herhaling van het standpunt.
Tekst 1: Wat betekent het woord 'faambitie' ?
De ambitie om bekend te zijn.
Tekst 1: Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Recensie over zelfhulpboek Anti-fame, hoe word je wel of niet beroemd.
Tekst 1: Welk verband geeft het eerste signaalwoord aan?
Reden/verklaring/argument
Tekst 1: Noem de bijzaak die als eerste wordt genoemd.
Sommige mensen (Frenkie de Jong) worden beroemd omdat ze iets heel goed kunnen. Daarnaast heb je veel figuren die alleen maar beroemd willen worden zonder er iets voor te willen doen (Dave Roelvink).
Hoogleraar informatica (Ferdinand Jacobsen) zegt: Jongeren zijn steeds meer betrokken bij de politiek, daarom protesteren jongeren meer. Wat voor drogreden is dit?
Autoriteitsargument, een hoogleraar informatica heeft niet geleerd of onderzoek gedaan naar jongeren.