Vocabulary
Inversie + Vocab
VTT + Vocab
Vertaal Instructie Koken
Wat doe je met dit?
100

Cook

Koken

100

Omdat + Koken

Ik kook omdat ik honger heb.

100

Koken (turn VTT) + Ei

Ik heb een ei gekookt.

100

Proef de saus

Taste the sauce

100

Vork

Eten

200

Plate

Het bord

200

Zodat + Bakken

Wij bakken zodat wij kookjes hebben.

200

Proeven (turn VTT) + Maaltijd

Ik heb de maaltijd geproefd

200

Snijd de aardappel.

Cut the potato

200

Lepel

Roeren

300

Bowl

De schaal

300

Nadat + Schillen

Ik schil de aardappels, nadat ik hem kook.

300

Roeren (turn VTT) + Lepel

Ik heb met de lepel geroerd.

300

Breng het water aan de kook

Boil the water

300

Mes

Snijden

400

Preheat

Voorwerwarmen

400

Zodra + Afgieten

Ik giet de pasta af, zodra het klaar is.

400

Snijden (turn VTT) + Het mes

Ik heb met het mes gesneden

400

Wij dekken

We set the table

400

Neus

Ruiken

500

To beat loose

Loskloppen

500

Als + Toevoegen

Voeg peper toe, als de smaak niet goed is.

500

Inschenken (turn VTT) + Olie

Ik heb de olie ingeschonken

500

Ik klop het ei los.

I beat the egg loose.

500

Weegschaal

Wegen