Vertaal het woord "ervaring" naar het Engels.
Experience
Hoe maak je een bevestigende zin met het werkwoord "play" in de past simple?
played
Hoe zeg je "Ik was aan het spelen" in het Engels?
I was playing
Welke 2 vraagwoorden gebruik je voor personen?
Who, whose
Hoe zeg je "Ik moet gaan" in het Engels?
I have to go.
Vertaal de volgende zin naar het Engels zoals hij in het boek staat:"Wat is precies het probleem?".
What exactly is the problem?
Wat is de past simple van "to travel"?
travelled
Zet "He wasn’t working when the teacher called him" in een vraagzin.
Was he working when the teacher called him?
Maak een zin met "Where" om te vragen waar iemand vandaan komt.
Where do you come from?
Hoe maak je een negatieve zin met "must"?
Voeg "not" toe, bijvoorbeeld: I must not tell people what to do.
Maak het volgende rijtje af: shake (to) - ... - ...
shake (to) - shook - shaken
Hoe maak je een vraagzin: "He saw the Tower"?
Did he see the Tower?
Wat is de structuur van een past continuous zin?
Was/were + werkwoord -ing
Zet de vraag "What would you like for lunch?" in een bevestigende zin.
I would like a sandwich for lunch.
Wat is het verschil tussen "must" en "have to"?
"Must" duidt meer op een persoonlijke noodzaak; "have to" wordt door anderen opgelegd.
Vertaal de volgende zin zoals hij in je boek staat: "De jaarlijkse wedstrijd moerassnorkelen vindt dit jaar plaats in het veenmoeras bij Chagford".
This year's annual Bog snorkelling competition takes place at chagford peat bog.
Wat gebeurt er met de spelling van een werkwoord dat eindigt op een korte klinker + medeklinker in de past simple?
De medeklinker wordt verdubbeld, bijvoorbeeld plan → planned
Hoe maak je een negatieve zin in de past continuous?
Voeg "not" toe na "was" of "were", bijvoorbeeld: I was not playing.
Benoem alle 8 de vraagwoorden uit het boek.
Who, whose, what, which, where, when, why and how
Maak een ontkennende zin: "She has to clean up after the party.
She doesn’t have to clean up after the party.
Schrijf een zin met de volgende 2 woorden: splash about (to) - peculiar
...
Zet de zin "They didn’t run in Central Park" in een bevestigende vorm.
They ran in Central Park.
Vertaal: "Was jij een spel aan het spelen?"
Were you playing a game?
Wat is het verschil tussen "what" en "which"?
"What" gebruik je voor een brede keuze; "which" voor een beperkte keuze.
Hoe zeg je "Je mag niet te laat zijn" in het Engels?
You mustn’t be late.