Quality/frequency
Personality
Language/linguistics
Personality
Language/linguistics
100

Meaning of extensive

uitgebreid

100

Meaning of to comply

naleven

100

Meaning of conjuntion

voegwoord

100

Meaning of obedient

gehoorzaam

100

Meaning of archaic

archaïsch, verouderd

200
Meaning of enhanced

verbeterd

200

Meaning of compulsive

dwangmatig

200

Meaning of consonant

medeklinker

200

Meaning of to persevere

volharden

200

Meaning of to omit

weglaten

300

Meaning of to dwindle

afnemen

300

Meaning of gullible

goedgeloving

300

Meaning of to discern

onderscheiden, onderscheid maken

300

Meaning of meticulous

nauwgezet, precies

300

Meaning of literacy

geletterdheid

400

Meaning of to amplify

versterken

400

Meaning of culpable

schuldig

400

Meaning of dichotomy

tweedeling

400
Meaning of frugal

zuinig

400

Meaning of Neologism

Neologisme, ontstaan van nieuwe woorden

500

Meaning of inexorable

onverbiddelijk

500

Meaning of austere

streng

500

Meaning of etymology

herkomst van woorden

500

Meaning of apprehension

bezorgdheid

500

Meaning of vernacular

spreektaal