Verben
Adjektive
Übersetzen
Plural
Verbessern
100

Conjugeer het werkwoord: 'wonen'

ik ...
jij...
hij/zij/het...
wij/jullie/zij ...

ik woon

jij woont

hij/zij/het woont

wij/jullie/zij wonen
100

Welke vorm moet hier staan?

Zij draagt een ___________(rood) jas.

rode

100

Vertaal:
Er hat blondes Haar.

Hij heeft blond haar.

100

Wat is het meervoud van 

'de vrouw'

en hoe schrijf je het?

de vrouwen

100

Correct of fout? Verbeter indien het fout is:


vrindelijk


fout - vriendelijk

200

Conjugeer het werkwoord: 'opruimen'

ik ...
jij...
hij/zij/het...
wij/jullie/zij ...

ik ruim op

jij ruimt op

hij/zij/het ruimt op

wij/jullie/zij ruimen op

200

Welke vormen moeten hier staan?

Zij draagt een ___________(goen) en ________ (geel) tas.

groene + gele

200

Vertraal: 

Sie hat rotes Haar und blaue Augen.

Zij heeft rood haar en blauwe ogen.

200

Wat is het meervoud van 

'de zus' 

en hoe schrijf je dat?

de zussen

200

Correct of fout? Verbeter indien het fout is:


'In haar hand ze heeft een bruine tas.'

fout - ... heeft ze...

300

Conjugeer het werkwoord: 'gaan'

ik ...
jij...
hij/zij/het...
wij/jullie/zij ...

ik ga

jij gaat

hij/zij/het gaat

wij/jullie zij gaan

300

Zet de juiste vorm in. 

Jij bent een __________ (lief) jongen, maar Tino is ___________ (lief) dan jij. 

lieve

liever

300

Vertaal:
Ihr Cousin heißt Linus en ihre Cousine heißt Anni.

Haar neef heet Linus en haar nicht heet Anni.

300

Wat is het meervoud van 

'de neef' 

en hoe schrijf je dat?

de neven

300

Correct of fout? Verbeter indien het fout is:

'Amalia heeft twee zussen. Ze heet Alexia en Ariane.'

fout - 'heten'

400

Conjugeer het werkwoord: 'hebben'

ik ...
jij...
hij/zij/het...
wij/jullie/zij ...


ik heb

jij hebt

hij/zij/het heeft

wij/jullie/zij hebben

400

Welke vorm van het werkwoord moet hier in en hoe schrijf je het ?

- sportief -

Zij is een ___________ meisje. 

Zij is het ___________ meisje dat ik ken. 

Zij is ___________ dan haar broer.

spoetief

sportiefste

sprotiever

400

Vertaal:

Ihre Schwiegertochter heißt Anne und ist nett.

Haar schoondochter heet Anne en is aardig/lief.

400

Wat is het meervoud van 

'de tante' + 'de oom'

en hoe schrijf je dat?

de tanten + de ooms

400

Correct of fout? Verbeter indien het fout is:


'De tas, die zij in zijn hand dragt, is bruin.'

fout -> 'haar' + 'draagt'

500

Conjugeer het werkwoord: 'kunnen'

ik ...
jij...
hij/zij/het...
wij/jullie/zij ...

ik kan

jij kunt

hij/zij/het kan

wij/jullie/zij kunnen

500

Zet de juiste vorm in


Ik heb een _____________ (sportlich) zus. Zij is ___________ (freundlich) en heeft een _________ (weiße) bril.

Ik heb een sportieve zus. Zij is vriendelijk en draagt een witte bril.



500

Vertaal:

Ihre Geschwister heißen Anna und Tobi.

Anna ist groß und schlank aber Tobi ist größer und schlanker.
Haar broers en zussen heten Anna en Tobi. 

Anna is groot en slank maar Tobi is groter en slanker.


500

Wat is het meervoud van 

'het kind' & 'de zoon'

en hoe schrijf je dat?

de kinderen + de zonen

500

Correct of fout? Verbeter indien het fout is. 

'Zijn tas is blauw en pars. De tas is groeter dan mijne tas. '

Zijn tas is blauw en paars. De tas is groter dan mijn tas.