Categorie: Bergen
Categorie landschapzone
Categorie klimaat
Categorie overig
Categorie overig
10

Gebied met een hoogteligging tussen de 200 en 500 meter

Heuvelland

10

Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes

Steppe
10

Altijd bevroren ondergrond

Permafrost

10

Enorme ijssmassa die langzaam naar beneden schuift

gletsjer

10

Gekleurde lichtverschijnselen aan de hemel veroorzaakt door botsing van zonnedeeltjes die de ruimte in worden geslingerd met het magnetische veld van de aarde

Poollicht/noorderlicht beide goed

20
De ligging van een plaats ver van de evenaar

Hoge breedte

20

Het gebied ten noorden van 66,5 NB en ten zuiden van 66,5 ZB

Poolstreken

20

Verandering in het klimaat

Klimaatverandering

20

Het gemiddelde weer in een bepaald gebied over een periode van dertig of veertig jaar

Klimaat

20

Zeestroom die warm water van de golf van mexico naar de westkust van europa brengt

golfstroom

30

Gebied met bergen die hoger zijn dan 1500 meter

Hooggebergte

30

Zone in de gematigde luchtstreek waar naaldbomen groeien. in de winter is het er gemiddeld kouder dan -3 graden. Het ook naaldboomgordel

taiga

30

Klimaat met weinig of geen neerslag

Droog klimaat

30

de kant van de berg die uit de wind ligt er valt hier weinig neerslag

lijzijde

30

Vasthouden van zonnewarmte door de dampkring

broeikaseffect

40
Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500 meter hoog ligt heet ook plateau

Hoogvlakte

40

Boomloos gebied in de poolstreken met begroeiing van grassen, mossen en lage struikjes

toendra

40

koud en nat klimaat de temperatuur in de zomer is gemiddeld lager dan 10 graden

hooggebergteklimaat

40

Gas in de dampkring dat voor het leven op de aarde van groot belang is het is een broeikasgas

koolstofdioxide (co2)

40

Het onder invloed van zonlicht omzetten van water en koolzuurgas in suikers en zuurstof door planten en bomen

Fotosynthese

50

Koud en nat klimaat. De temperatuur in de zomder is gemiddeld lager als 10 graden celcius

Hooggebergteklimaat

50

Deel van de gematigde zone dat het dichts bij de tropen ligt het is er minder warm dan in de tropen maar warmer dan in de rest van de gematigde zone 

Subtropen

50

Klimaat met hete droge zomers en vochtige zachte winters 

Middellandse zeeklimaat

50

Verschijnsel dat de gebieden aan beide kanten van een berg andere neerslag en temperatuurkenmerken hebben

klimaatscheiding

50

Gebied tussen de breedtecirkels van 23,5 en 66,5 NB en 23,5 en 66,5 ZB

gematigde zone