1.Why did Jesus speak in parables? ENG
1. (1) Waarom sprak Jezus in gelijkenissen? NL
1. Because it is the secrets of the kingdom of heaven (to hide the “secrets of the kingdom of heaven” from the enemies, to fulfill what was promised to the Old Testament prophets) ENG
(1) Omdat het de geheimen van het koninkrijk van de hemel zijn (om de geheimen van het koninkrijk van de hemel te verbergen voor de vijanden, om te vervullen wat belooft is aan de profeten van het oude testament). NL
3. ② What is the difference between the one who ENG keeps the covenant and the one who fails to keep it?
3. (2) Wat is het verschil tussen degene die het verbond houdt en degene die er niet in slaagt om het te houden? NL
3. ② The one who keeps it: heaven, the one who does not keep it: hell ENG
3. (2) Degene die zich hieraan houdt: hemel, degene die zich niet hieraan houdt: hel NL
4. ③ Write the 2 chapters where we can find the betrayers, the destroyers, and the savior. ENG
4. (3) Geef de 2 hoofdstukken waar we de verraders, vernietigers en de verlosser kunnen vinden. NL
③ Rv 13, Rv 12 ENG
(3) Op 13, Op 12 NL
4.① When and where was Revelation fulfilled? ENG
4. (1) Wanneer en waar was Openbaring vervuld? NL
4. ① 1966, The Tabernacle Temple in Gwacheon, at the base of Mt. Cheonggye ENG
4. (1) 1966, De Tabernakel Tempel in Gwacheon, aan de voet van de berg Cheonggye NL
2. It is said in Mt 24, to watch out that no one deceives you, and that the deceivers are the false prophets in verse 11. ① Who is this referring to? ENG
2. Het is gezegd in Mt 24 om uit te kijken dat niemand je misleidt, en dat de misleiders de valse profeten zijn in vers 11. (1) Naar wie verwijst dit? NL
2 > ① pastors of coercive conversion ENG
(1) Pastoors van dwangbekering NL
6. ① Write 2 verses regarding the place where God, the heavens, and Jesus come down upon. ENG
6. (1) Geef 2 verzen over de plaats waarop God, de hemelen en Jezus naar beneden komen. NL
A> ① Rv 3:12, Rv 21:1-3 ENG
(1) Op 3:12, Op 21:1-3 NL
8. ① Write 4 verses from Revelation who is able to drink this blood at that time ENG
8. (1) Schrijf 4 verzen van Openbaring over wie in die tijd dit bloed kan drinken. NL
① Rv 1:5~6, Rv 5:9~10, Rv 7:14, Rv 12:11 ENG
8. (1) Op 1:5-6, Op 5:9-10, Op 7:14, Op 12:11 NL
18. In Rv 1, ① who is the one that reads? ② Who are those that hear (those who should keep the covenant)? ③ Who are those that keep it (take to heart)? ENG
18. In Op 1, (1) wie is degene die leest? (2) Wie zijn zij die horen (zij die het verbond zouden moeten houden)? (3) Wie zijn zij die het houden (in acht nemen)? NL
① New John
② Nations, peoples, languages, kings (saints)
③ 12 tribes; the 144,000 and the multitude in white, including the one who reads, New John ENG
(1) Nieuwe Johannes
(2) Volken, naties, talen, koningen (heiligen)
(3) 12 stammen; de 144.000 en de menigte in wit, inclusief degene die leest, Nieuwe Johannes NL
20. ① Write the process in which the words of revelation is delivered. ENG
20. (1) Schrijf het proces op waarin de woorden van Openbaring zijn gegeven NL
① God → Jesus → Angel → John → Servants ENG
(1) God -> Jezus -> engel -> Johannes -> dienstknechten NL
19. ① Whose revelation is the Book of Revelation? ② What is it that must “soon take place”? ③ Who are the servants that are shown “what will soon take place”? ENG
19. (1) Wiens openbaring is het boek van Openbaring? (2) Wat is het dat “spoedig moet geschieden”? (3) Wie zijn de dienstknechten aan wie getoond wordt “wat spoedig moet geschieden”? NL
① Jesus ② The Book of Revelation ③ The sealed 12 tribes, the 144,000, and the great multitude dressed in white ENG
(1) Jezus (2) Het boek Openbaring
(3) De verzegelde 12 stammen, de 144.000, en de grote menigte gekleed in wit NL
5. Write in sequence the brief process of the work of God that is to be fulfilled according to the New Covenant from the beginning of the prophecy to the end of the fulfillment.ENG
5. Schrijf in volgorde het korte proces van het werk van God dat vervuld moet worden volgens het nieuwe verbond, vanaf het begin van de profetie tot het einde van de vervulling NL
A> ① The 7 stars and the tabernacle→ betrayal → destruction → harvest → sealing → the 12 tribes → the wedding → the first resurrection ENG
(1) De 7 sterren en de tabernakel -> verraad -> vernietiging -> oogst -> verzegeling -> de 12 stammen -> de bruiloft -> de eerste opstanding
13. ① What groups appear in Revelation and, ② between whom and whom is the war fought? ENG
13. (1) Welke groepen verschijnen in Openbaring en (2) tussen wie en wie wordt de oorlog gevochten? NL
① Betrayer, destroyer, savior ② War between God and the devil ENG
(1) Verrader, vernietiger, verlosser (2) Oorlog tussen God en de duivel NL
17. ① What is the source of the tree of life ENG
17. (1) Wat is de bron van de boom des levens?
① God and Jesus
17. ② Who are those who have the name of God on their foreheads?
17. (2) Wie zijn zij die de naam van God op hun voorhoofd hebben? NL
② Those who have been sealed with the revealed word (the harvested fruits)
(2) Zij die verzegeld zijn met het geopenbaarde woord (de geoogste vruchten) NL
16. ④Write 2 chapters where the one who overcomes judges. ⑤Write 1 chapter where they judge one another. ENG
16. (4) Geef 2 hoofdstukken waar degene die overkomt oordeelt. (5) Geef 1 hoofdstuk waar ze elkaar oordelen. NL
④ Rev 16, 12
⑤ Rev 17 ENG
(4) Op 16, 12
(5) Op 17 NL
7. ① Write the names of the 3 denominations to which the betrayers, the destroyers, and the savior belong. ENG
7. (1) Schrijf de namen van de 3 denominaties waar de verraders, vernietigers en de verlosser toebehoren NL
① The Tabernacle Temple, Babylon (CCK) the Christian Stewardship Training Center, Shincheonji the Temple of the Tabernacle of the Testimony ENG
(1) De Tabernakel Tempel, Babylon (CCK) de Christian Stewardship Training Center, Shincheonji de Tempel van de Tabernakel van de Getuigenis. NL
14. ① What are the three things that are needed in Revelation, other than betrayal, destruction, salvation? Why is each of these three things necessary? ENG
14. (1) Wat zijn de drie dingen die nodig zijn in Openbaring, anders dan verraad, vernietiging, verlossing? Waarom is elk van deze drie dingen nodig? NL
① God’s seed: No one can become a child of God without it
Blood of Jesus : There is no atonement of sin without it
Sealing : Necessary to carry out the new covenant ENG
(1) Zaad van God: niemand kan een kind van God worden zonder dit
Bloed van Jezus: er is geen vergeving van zonden zonder dit
verzegeling: nodig om het nieuwe verbond uit te kunnen voeren NL
15. ① What two chapters describe how the new heaven and new earth of Rv 21 begin? What two chapters describe how the first heaven and first earth pass away? ② Write 3 pairs of contrasting chapters in Revelation. ENG
15. (1) Welke twee hoofdstukken beschrijven hoe de nieuwe hemel en de nieuwe aarde van Op 21 beginnen? Welke twee hoofdstukken beschrijven hoe de eerste hemel en de eerste aarde vergaan? (2) Geef 3 paren van contrasterende hoofdstukken in Openbaring. NL
① Rv 7, Rv 14 / Rv 6, Rv 13
② Rv 6, 7 / Rv 13, 14 / Rv 18, ENG
17. ③ Who has seen and heard all the events of Revelation, who is the messenger whom Jesus sent for the churches? ④ Write 3 chapters in Revelation and the Four Gospels that describe after what event salvation comes. ENG
17. (3) Wie heeft al de gebeurtenissen van Openbaring gezien en gehoord, wie is de boodschapper die Jezus gezonden heeft voor de gemeenten? (4) Geef 3 hoofdstukken in Openbaring en de 4 evangeliën die beschrijven na welke gebeurtenis verlossing komt. NL
③ The promised pastor whom Jesus chose
④ Mt 24, after Rv 6, after Rv 13 ENG
(3) De beloofde pastoor die door Jezus gekozen is
(4) Mt 24, na Op 6, na Op 13 NL
18. ② Who are those that hear (those who should keep the covenant)? ③ Who are those that keep it (take to heart)? ENG
18. (2) Wie zijn zij die horen (zij die het verbond zouden moeten houden)? (3) Wie zijn zij die het houden (in acht nemen)? NL
② Nations, peoples, languages, kings (saints)
③ 12 tribes; the 144,000 and the multitude in white, including the one who reads, New John ENG
(2) Volken, naties, talen, koningen (heiligen)
(3) 12 stammen; de 144.000 en de menigte in wit, inclusief degene die leest, Nieuwe Johannes NL
6. ① Write 2 verses regarding the place where God, the heavens, and Jesus come down upon. ② Who are the people who are at this place? ③ Where is the path to this place? Write two reference chapters. ENG
6. (1) Geef 2 verzen over de plaats waarop God, de hemelen en Jezus naar beneden komen. (2) Wie zijn de mensen die op deze plaats zijn? (3) Waar is de weg naar deze plaats? Geef 2 referentie hoofdstukken. NL
③ Rv 2, 3 (Explanation: These two chapters are the beginning as well as the entirety of Revelation, and God, Jesus, and heaven must come and one must overcome in order to attain all things)
(3) Op 2,3 (Verklaring: de twee hoofdstukken zijn zowel het begin als heel Openbaring. God, Jezus en de hemelen moeten naar beneden komen en iemand moet overwinnen om alles te verkrijgen) NL
8. ② What kind of work does the pastor, who is the messenger of Jesus sent for the churches in Revelation, do? Write 7 applicable chapters and their contents ENG
8. (2) Wat voor werk doet de pastoor, die de boodschapper is van Jezus gezonden voor de gemeenten in Openbaring? Geef 7 hoofdstukken die van toepassing zijn en hun inhoud. NL
8. ②Rv 2~3 : sends the letter on behalf of Jesus
Rv 10: receives and eats the opened scroll that came down from heaven and testifies
Rv 11: killed while being the witness who serve the Lord
Rv 12: fights against the beast and overcomes
Rv 16: the bowl that judges
Rv 19: prepares the wedding supper as the bride of the Lamb
Rv 22: witnesses all the events of Revelation, messenger who is sent to the churches ENG
(2) Op 2-3: stuurt de brieven in naam van Jezus
Op 10: ontvangt en eet het geopende boekje dat uit de hemel naar beneden kwam en getuigt
Op 11: gedood terwijl hij de getuige was die de Heer dient
Op 12: vecht tegen het beest en overwint
Op 16: de schaal die veroordeeld
Op 19: bereidt het bruiloftsmaal als de bruid van het lam
Op 22: is getuige van al de gebeurtenissen van Openbaring, boodschapper die gezonden is naar de gemeenten NL
9. There are 4 unusual women who appear in Revelation. ① Write what each of them does and which side they belong to, including the reference chapters ENG
9. Er zijn 4 ongewone vrouwen die verschijnen in Openbaring. (1) Schrijf wat elk van hen doet en aan welke kant ze behoren. Voeg referentie hoofdstukken toe. NL
① Rv 2- Jezebel: Caused people to commit adultery, belongs to the devil
Rv 12 - The woman clothed with sun, moon, and stars: Gave birth to a child who will rule all the nations, belongs to God
Rv 17- The prostitute: Gave birth to the children of the devil, belongs to the devil
Rv 19- The bride of the Lamb: Prepares the wedding supper, belongs to God ENG
(1) Op 2 - Izebel: zorgde ervoor dat mensen overspel plegen, behoort tot de duivel
Op 12: de vrouw, bekleed met de zon, maan en sterren: baarde een kind dat alle volken zal hoeden, behoort tot God
Op 17: de prostituee: baarde de kinderen van de duivel, behoort tot de duivel
Op 19: de bruid van het Lam: bereidt het bruiloftsmaal, behoort tot God NL
11. The pastor who is promised by the Lord appears in the New Testament Revelation just as the Old Testament. Write 7 applicable chapters including the contents. ENG
11. De pastoor die belooft is door de Heer, verschijnt in de Openbaring van het Nieuwe Testament net als in het Oude Testament. Geef 7 hoofdstukken die van toepassing zijn inclusief de inhoud. NL
① Rv 1: appointed by Jesus and receives the command to send letters to the messengers of the 7 churches
Rv 4: goes up to heaven
Rv 10: the one who received the words of the opened scroll
Rv 11: witness who serves the Lord
Rv 12: fights against the beast and overcomes
Rv 21: receives God’s inheritance
Rv 22: the messenger who speaks on behalf, sees all the events of Revelation ENG
Op 1: aangesteld door Jezus en ontvangt de opdracht om brieven te sturen naar de boodschappers van de zeven gemeenten
Op 4: gaat naar boven naar de hemel
Op 10: geeft de getuigenis van de woorden van de geopende boekrol
Op 11: getuige die de Heere dient
Op 12: vecht tegen het beest en overwint
Op 21: ontvangt God’s erfenis
Op 22: de boodschapper die in naam van spreekt, ziet alle gebeurtenissen van Openbaring NL
12. The relationship between Jesus and John, the messenger who speaks on behalf, seen in Rv 1:13~16, and chapters 2~3, is also seen in the previous eras. ① Write the two eras and the two entities who have this kind of relationship ENG
12. De relatie tussen Jezus en Johannes, de boodschapper die in naam van spreekt, die we zien in Op 1:13-16 en hoofdstukken 2 -3, zien we ook in de voorgaande tijdperken. (1) Schrijf de twee tijdperken en de twee entiteiten die ook dit soort relatie hebben.
① Time of Moses: God gave the command, and Moses was the messenger who spoke on behalf
Jesus’ first coming: God gave the command, and Jesus was the messenger who spoke on behalf ENG
(1) Tijd van Mozes: God gaf het gebod, en Mozes was de boodschapper die sprak in de naam van.
Eerste komst van Jezus: God gaf het gebod en Jezus was de boodschapper die sprak in de naam van. NL