Deutsch 2.klassen Eind

Vorstellen

100

Welche Anwort ist richtig?

1.Ich heisse

2.Ich heiße

Ich heiße

200

Ich bin is in het NL:

1. jij bent

2. mij bent

3. ik ben

 3. ik ben

300

Mein Name ist Lena und ich bin 13 Jahre alt.

Vertaal de zin!

Mijn naam is Lena en ik ben 13 jaar oud

400

Ich kam aus Berlind und woon in der Berliner Straße.

Wat is fout?

kam/ woon

moet zijn

komme und wohne

500

Hoe zeg je in het Duits: Ik woon in Medemblik, dat ligt in Noord- Holland. Medemblik is een Stad aan het Ijsselmeer.

Ich wohne in Medemblik, das ist /liegt in Nord-Holland. Medemblik ist eine Stad am Ijseelmeer

Schule

100

Welches Wort ist richtig

Engels: Englisch

Engels: Engelisch

Engels: Englisch

200

In Duitsland gaan de leerlingen pas met 8. jaar naar de basisschool.

1. waar

2. niet waar

2. niet waar

300

Was ist eine Arbeitsgemeinschaft?

1. een workshop , die je na schooltijd volgt

2. een samenwerkingsverband tussen leerlingen van scholen

1. workshop

400

Rapport in Duitsland betekent:

1. Rapportage

2. Zeugnis

3. Beurteilung

2. Zeugnis

500

Als je in Nederland het cijfer 10 hebt, heb je in Duitsland?

1. sehr gut

Haustiere

100

Haustier

is: 1. dier, wat in een hol woont

    2. dier, wat je in je eigen kamer hebt of in je huis

Nr. 2 dier wat je in je huis hebt

200

Ein Meerschweinchen ist in het NL?

een cavia

300

Honden blaffen ( in het Nederlands).

Wat doen honden in het Duits?

1. bellen

400

Papagai, Wellensittich, Kanaries sind

1. Fische

2. Vögel

3. Insekten

Vögel

500

Vertaal: Mijn hamster eet sla en wortels. Hij is klein. Zijn kleuren zijn bruin en wit.

Mein Hamster frisst Salat und Möhren. Er ist klein. Seine Farben sind braun und weiß

Familie

100

Welk woord hoort hier niet bij?

Vater - Mutter- Fisch- Kind

Fisch

200

Geschwister betekent zus.

1. waar

2. niet waar

2. niet waar

300

Die Schwester meiner Mutter ist:

1. meine Oma

2. meine Tante

2. meine Tante

400

Mein Onkel hat zwei Kinder . Eine Tochter und ein Sohn.  Was sind sie von mir?

Cousin und Cousine

500

Was ist ein Sandwichkind?

a) het middelste van 3 kinderen

b) een kind, wat alleen sandwich eet

c) een kind van ouder, waar de moeder groot en de vader klein is.

a)

Essen und Trinken

100

Ein Brötchen is in het NL?

1.boordje

2.broodje

2. broodje

200

Pommes werden von

1. Möhren hergestellt

2. Kartoffeln hergestellt

3. Blumenkohl hergestellt

2. Kartoffeln hergestellt.

300

Wenn ich in Deutschland einen Apfelpfannkuchen bestelle, wat bestel ik dan in Nederland.

1. Appel-Pannekoek

400

Wenn man in Düsseldorf einen HALVE HAAN bestellt?

bekommt man:

1. ein halbes Hähnchen

2. ein Brötchen mit Käse und Zwiebeln

2. Brötchen mit Käse und Zwiebeln

500

Welche Zutaten braucht man für Pfannkuchen?

Nenne die Zutaten

Mehl, Eier, Milch,