Tijd
Welk woord is dit?
u r u
uur
Welk woord is dit?
T e f o l e n o
Telefoon
Welk woord is dit?
T a t e n
Tante
Welk woord is dit?
M a l i j k k e k
Makkelijk
Welk woord is dit?
W e l l i n
Willen
Welk woord is dit?
S r a k s t
Straks
Welk woord is dit?
G e n t e m e e
Gemeente
Welk woord is dit?
M o d e e r
Moeder
Welk woord is dit?
O d r a c h p t
Opdracht
Welk woord is dit?
V e l t e r l e n
vertellen
De negende maand van het jaar
September
De reeks cijfers die je nodig hebt om iemand te bellen.
Het telefoonnummer
Het kind van iemand dat een jongen is.
De zoon
Ik weet het niet. Ik vind deze vraag ......
moeilijk
Mijn moeder .... naar de school, omdat ik ziek ben.
belt
Tijdens de ochtend.
's ochtends
Bij elkaar of met elkaar.
Samen
In je eigen huis.
Thuis
Een dag waarop een school sportwedstrijden organiseert voor de eigen leerlingen.
De sportdag
Je .... elke dag je schrift meenemen naar school.
moet
De dag na vandaag.
Morgen
Je maakt een afspraak met de ...... als je ziek bent.
dokter
Het kind van iemand dat een meisje is.
De dochter
Een briefje dat je nodig hebt als je te laat op school komt.
het te-laat-briefje
Ik .... de docent een e-mail.
stuur