Op reis door de tijd
De school van vroeger
Voorwerpen veranderen
Erfgoed in de buurt
Karrewiet
100

Hoe lang duurt een eeuw?

100 jaar

100

Staan in een dagboek feiten of meningen?

Meningen

100

Geef drie voorbeelden van soorten erfgoed.

Eten, feesten, kunst, gebouwen, ...

100

Hoeveel voetbalvelden passen er in het rivierenhof? (Je mag er 10 voetbalvelden naast zitten.)

190

100

Wat is de naam van dit voorwerp?

a) Dodecaëder

b) Kubus

c) Icosaëder

a) Dodecaëder

200

Benoem drie voorwerpen waarmee je tijd kan meten.

Zandloper, horloge, klok, waterklok, zonnewijzer

200

Wat zijn ezelsoren?

Kinderen die zich niet gedraagden kregen vroeger ezelsoren op als straf. Hiermee moesten ze in de hoek gaan staan.

200

Geef twee manieren waarop erfgoed bewaard blijft.

200

Welke koekjes zijn Antwerps erfgoed en doen denken aan het verhaal van hoe de naam Antwerpen is ontstaan?

Antwerpse handjes

200

Het hoeveelste autosalon is van start gegaan in Brussel?

Het 100ste autosalon.

300

In welke eeuw ligt het jaar 1823?

In de 19de eeuw.
300

Wat zie je hier?

Iemand die aan het bikkelen is.

300

Geef twee redenen waarom het belangrijk is om erfgoed te bewaren.

300

In welk jaar werd het Rivierenhof een park dat mensen konden bezoeken?

1923

300

Wat is Blue Monday?

Het is (volgens de wetenschap) de triestigste dag van het jaar.

400

Hoe lang duurt een decennium?

10 jaar

400

Geef drie grote verschillen tussen de school van vroeger en de school nu.

Vroeger: school op zaterdag en de hele dag op woensdag, veertig kinderen in de klas, bikkelen en knikkeren, leerkrachten lieten pesten of deelden zelf een klap uit

Nu: geen school op zaterdag en halve dag op woensdag, andere spelletjes, kleinere klassen, de leerkrachten keuren pesten niet goed, geen straffen met geweld

400

Hoe zag een strijkijzer er meer dan honderd jaar geleden uit?

400

Vertel kort het verhaal van hoe de naam Antwerpen is ontstaan.

400

Dit is de Svingerud-steen. Welk tekens kan je op de steen terugvinden?


Runen

500

Sluit allemaal jullie ogen. De leerkracht zegt start. Wanneer je denkt dat er één minuut voorbij is gegaan steek je je hand in de lucht. De leerling die het dichtst bij één minuut zit wint de punten voor zijn team.

500

Hoe ging het eraan toe in de school van vroeger? Doe zo goed mogelijk een juf of meester van honderd jaar geleden na.

500

Vertel een verhaal dat gezien wordt als erfgoed.

500

In het Rivierenhof worden vaak rondleidingen gegeven. Toon hoe jij als gids mensen zou rondleiden in het Rivierenhof.

500

Kijk naar buiten. Hoe is het weer vandaag? Kruip in de huid van een weerman/weervrouw en kondig het weer van vandaag aan.