1.1 Kantelt het economisch wereldbeeld?
1.2 Van kolonialisme tot nu
1.3 Verschillen in ontwikkeling
1.4 Rol van Europa in de wereldhandel
Begrippen
100

Welke organisatie zet zich in voor het bevorderen van vrijhandel?

Wereld handels Organisatie (WTO)

100

Wat is neokolonisalisme?

Het oneerlijk blijven uitwisselen van grondstoffen en goederen tussen voormalige koloniën en hun oude kolonisatoren, ondanks onafhankelijkheid.

100

Waarom hebben landlocked landen (volledig ingesloten door andere landen) vaak een nadeel voor hun economische ontwikkeling?

Omdat ze geen directe toegang tot zee hebben, waardoor internationale handel duurder en lastiger is, en transport van goederen vaak afhankelijk is van buurlanden.

100

Uit welke producten bestaat de huidige Europese export vooral?

Hoogwaardige industriegoederen (zoals auto’s en robots) en farmaceutische producten (medicijnen).

100

principe dat goederen precies op tijd worden aangeleverd, waardoor voorraadvorming en dure opslag van goederen worden beperkt

Just-in-time

200

Wat is een belangrijk nadeel van het opdelen van de productieketen in veel verschillende landen?

Slechte arbeidsomstandigheden kunnen ontstaan.

200

Wat is reshoring en waarom passen veel multinationals dit toe na 2008?

Het terughalen van productie naar het thuisland om risico’s zoals politieke spanningen of verstoringen in de wereldhandel te verminderen.


200

Wat was de voornaamste taak van kolonies in de exploitatieperiode?

Het leveren van grondstoffen, landbouwproducten en later laagwaardige industriegoederen tegen de laagst mogelijke prijzen aan de kolonisatoren.

200

Waarom kwamen veel Europese industriegebieden na 1990 in de problemen?

Door concurrentie uit lagelonenlanden, vooral voor arbeidsextensieve en zware industrieën zoals ijzer, staal, scheepsbouw, textiel en kleding.

200

economie waarbij op meerdere plaatsen in de wereld belangrijke economische kerngebieden ontstaan

multipolaire wereldeconomie

300

Wat zijn de twee belangrijkste redenen waarom multinationale ondernemingen (mno’s) delen van hun productie naar andere landen verplaatsen?

  • Offshoring naar lagelonenlanden (goedkopere productie).
  • Opkomende landen vormen een nieuwe afzetmarkt doordat inkomens stijgen.
300

Welke strategieën gebruikt China om zijn positie op het wereldtoneel te versterken?


  • Binnenlandse maakindustrie versterken.

  • De Nieuwe Zijderoute met wereldwijde infrastructurele projecten.

300

Waarom verdienen voormalige koloniën vaak minder dan landen die hoogwaardige industrieproducten produceren?

Omdat grondstoffen en laagwaardige producten minder winst opleveren dan geavanceerde industrieproducten of diensten.

300

Op welke landen is de Europese export vooral gericht?

De VS, het Verenigd Koninkrijk en China.

300

gebied dat door de kolonisator werd gebruikt als wingewest, waarbij de ontwikkeling van dat gebied op de tweede plaats kwam

exploitatiekolonie

400

Welke drie ontwikkelingen hebben gezorgd voor een toename van de wereldhandel na 1980?

  • Opsplitsing van productieketens.

  • Sneller en goedkoper transport (o.a. containers, ICT).

  • Vrijhandel en het verminderen van handelsgrenzen.


400

Welke twee belangrijke veranderingen kwamen na de Tweede Wereldoorlog in de wereldorde?

  • Veel kolonies werden onafhankelijk.

  • De wereld werd opnieuw ingedeeld in drie blokken tijdens de Koude Oorlog.

400

Waarom kan een hoge bevolkingsgroei in armere landen een nadeel zijn voor het bbp per hoofd?

Omdat het bbp gedeeld moet worden door steeds meer mensen, waardoor inkomen per persoon laag blijft.

400

Wat is protectionisme en hoe wil de EU dit toepassen?

Protectionisme is het beschermen van de eigen economie; de EU wil dit doen door controle op buitenlandse investeringen en exportcontroles van de interne markt te versterken.

400

groep landen die samenwerkt om handel gemakkelijker te maken en de economie te versterken


handelsblok

500

Waarom wordt de huidige wereldeconomie steeds multipolairer  

 Omdat meerdere regio’s, zoals China en andere opkomende landen, economische macht krijgen naast de traditionele centrumlanden (Europa en VS) = global shift

500

Welke factoren hebben geleid tot een “plafond” in de wereldhandel na 2008

  • Wereldwijde pandemie.

  • Toenemende importheffingen.

  • Oplopende spanningen, zoals tussen Taiwan en China.

500

Welke factoren bepalen of multinationals in een land investeren?

Geografische factoren (ligging en beschikbaarheid), politieke factoren (betrouwbare overheid, rust, belastingvoordelen), sociaaleconomische factoren (loon- en opleidingsniveau, omvang afzetmarkt).

500

Welke factoren beïnvloeden de toekomst van de EU op de wereldmarkt?

Duurzaamheid, handelsconflicten, politieke spanningen en technologische ontwikkelingen.

500

economisch systeem waarbij de productie in handen is van particuliere ondernemers

vrijemarkteconomie