16 + 7 = 23
Deze bewerking is een ....
Optelling
6 meer dan 9.
9 + 6 = 15 of 6 + 9 = 15
41 + 8 =
49
34 + 9 = 43 16 - 4 = 12
43 noemen we .... 12 noemen we ....
De som - Het verschil
5 euro goedkoper dan 18 euro.
18 - 5 = 13 euro
63 + 34 =
97
Geef een voorbeeld van een aftrekking waarvan de uitkomst tussen de 30 en 40 ligt.
Bv: 55 - 18 =
Tine is 11cm groter dan haar broer die 160cm groot is.
11cm + 160cm = 171cm
24 - 13 =
Maak een optelling waarbij 1 term 15 is en de som 40 is.
15 + 25 = 40
Stijn loopt 15min trager dan Gertjan die 43min loopt.
15min + 43min = 58min
52 - 28 =
24
Uit hoeveel termen kan een optelling bestaan?
Oneindig veel
Laura zwemt 3min sneller dan Maaike die 14min zwemt over dezelfde afstand.
14 - 3 = 11min
16 + 38 + 24 =
78