Optellen en aftrekken
Vermenigvuldigen en delen
Machten en vierkantswortels
Eigenschappen van hoofdbewerkingen
100

De som van -8 en -7

-15

100

Het product van 6 en -5

-30

100

Het kwadraat van 6

36

100

Pas de commutativiteit van de optelling toe op a + b. 

Zet spaties voor en achter het plusteken. 

b + a

200

Het verschil van -5 en 9

-14

200

Het product van -7 en 8

-56

200

De derde macht van (-3)

-27

200

Wat ontbreekt er in de associatieve eigenschap van de optelling ?  a + (b + c) = ? = a + b + c.

Zet tussen alle letters en symbolen een spatie !

( a + b ) + c  

300

De som van -9 en 13

4

300

Het quotiënt van 48 en -8

-6

300

De vierkantswortel van 49

7

300

Geef de naam van de eigenschap waarbij je een vermenigvuldiging verdeelt over een optelling (of aftrekking). 

distributiviteit

400

De som van 6 en - 12

-6

400

Het quotiënt van -64 en -4

16

400

De derde macht van (-5)

-125

400

Wat is het neutrale element voor de vermenigvuldiging ? 

1

500

Het verschil van -8 en - 9

1

500

Het product van -6 en -9

54

500

De vierkantswortel van 121

11

500

Wat is het opslorpend element voor de vermenigvuldiging ? 

0