Public Transport
Openbaar vervoer
Luipaard
Leopard
Hoe zeg ik: "Deze tafel"?
This table
She is here,_____? Vul het juiste antwoord in.
Isn't she?
I _____ (to like) dogs.
Like
Overstappen
(To) change
Iemand die iets heeft als eigendom. Bijvoorbeeld, de ... van een nieuwe auto. (Antwoord in het Engels.)
Owner
Hoe zeg ik "Deze koekjes"?
These cookies.
They aren't available,______? Vul het juiste antwoord in.
Are they?
She _____ (to walk) to school.
Walks
Knap
Gorgeous
Indrukwekkend
Impressive
Als iets ver weg is en er is maar één van, welk woord gebruik ik dan?
That
John has two dogs,________?
Hasn't he?
Maak een vraagzin van de volgende zin:
"I walk to school."
Do I walk to school?
Waar je op een gegeven punt wil komen. Vaak zegt een Tomtom wel dat je hier aan bent gekomen. Het gaat niet om de reis, het gaat om de ... (Vertaal naar Engels)
Destination
Iets waar je uit kan ontsnappen of waar je een dier in stopt. (Engels antwoorden)
Cage
Hoe zeg ik: "Dit zijn mijn ouders en dit is mijn broer."?
These are my parents and this is my brother.
He works at this shop,________?
Doesn't he?
Vertaal de volgende zin:
"Wij houden niet van pizza."
We don't/do not like pizza.
Iemand die in de buurt woont. Vaak al wat langer.
Local
Vertaal deze zin: "Ik kreeg taart voor mijn verjaardag."
Cake en Birthday moeten in de zin zitten.
"I got a cake for my birthday."
Vertaal deze zin: "Dit is mijn opa, dat zijn mijn broers, dit zijn mijn ouders en dat is mijn oma."
This is my grandpa, those are my brothers, these are my parents and that is my grandma.
Mary lives around,_______?
Hoe vraag je of zij (één persoon) niet van pizza houdt?
"Houdt zij niet van pizza?"
Doesn't she like pizza?