Geef 2 voorbeelden van een tekst die amuseren als tekstdoel heeft
Leesboek, stripverhaal
Aantonen
Bewijzen
Welk woord is fout gespeld?
interessant
onmiddelijk
abonnement
onmiddelijk --> onmiddellijk
Maak een zin met zowel een persoonlijk voornaamwoord als een bezittelijk voornaamwoord erin.
Ik heb gisteren jouw rekenmachine geleend.
Hoe weet je of je te maken hebt met een samengestelde zin?
Door de zin van tijd te veranderen. De persoonsvormen veranderen dan. Als dat er 2 of meer zijn, heb je te maken met een samengestelde zin.
Geef 3 voorbeelden van een tekst die informeren als tekstdoel heeft.
Bijv. nieuwsbericht, schoolboektekst, schematische samenvatting, instructie, recept, handleiding, gebruiksaanwijzing
Energiek
Krachtig
Maak van de werkwoorden voltooid deelwoorden:
We hebben de hoofdprijs [winnen].
Heb jij je huiswerk [maken]?
Op vakantie hebben we elke dag [zwemmen].
Gemaakt
Gezwommen
Noem de 5 nevenschikkende voegwoorden
En, want, maar, of, dus
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
Aan/voor wie/wat + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Maak zelf een zin waarin een signaalwoord van het uitleggend tekstverband voorkomt.
Bijv. Ik bespeel veel verschillende instrumenten, onder andere piano, gitaar en trompet.
of
Hij gooit de handdoek in de ring, dat wil zeggen dat hij opgeeft.
Relativeren
Inzien dat iets niet zo belangrijk is
Maak van de volgende woorden verkleinwoorden:
Menu
Opa
Bikini
Menuutje
Opaatje
Bikinietje
''Jouw'' kan nooit een persoonlijk voornaamwoord zijn. Hoe weet je dat zonder naar de zin te kijken?
Als er een -w achter staat is het bezittelijk, zonder -w is het persoonlijk.
Hoe weet je of je te maken hebt met een onderschikking?
Bij een onderschikking bestaat de zin uit een hoofdzin en een bijzin.
Kijk naar ow en pv. Staan deze naast elkaar? dan is het een hoofdzin. Staan pv en ow niet naast elkaar? dan is het een bijzin.
Ook kun je het vaak zien aan het voegwoord.
Noem 3 signaalwoorden van het uitleggend verband
Bijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, onder andere, zoals
Natuur (2 betekenissen!)
1. Aangeboren eigenschap
2. Planten- en dierenwereld
Maak van de werkwoorden voltooid deelwoorden:
Heeft hij het je niet [vertellen]?
Wat is er [gebeuren]?
We hebben de lesstof vaak [herhalen].
Verteld
Gebeurd
Herhaald
Noem 3 woorden die zowel PSV als BZV kunnen zijn (zonder van vorm te veranderen)
jullie, ons, je
Staat voor elk meewerkend voorwerp het voorzetsel 'aan' of 'voor'? Leg je antwoord uit!
Nee, niet altijd. Soms staat het er niet bij, maar dan kun je het er wel bij denken. Als 'aan' of 'voor' er wel bij staat, moet je het ook weg kunnen denken.
Aan welke 5 onderdelen van een tekst kun je het leespubliek afleiden?
Bron, onderwerp, taalgebruik, aanspreekvorm, afbeeldingen
Chemie (2 betekenissen!)
2. Aantrekkingskracht of liefde
Maak van de volgende woorden verkleinwoorden:
Cowboy
Baby
Hobby
Cowboytje
Baby'tje
Hobby'tje
Geef 2 voorbeeldzinnen met ''of'' als voegwoord: in de ene zin is ''of'' een onderschikkend voegwoord en in de andere zin een nevenschikkend voegwoord
Bijv.
Kun je vanmiddag afspreken of heb je voetbaltraining (nevenschikkend)
Ik weet nog niet zeker of ik vanmiddag kan afspreken (onderschikkend)
Waarom is ''voor de ingang van de school'' geen meewerkend voorwerp in deze zin?
Ik wachtte voor de ingang van de school op hem.
Omdat je ''voor'' plaats aangeeft (meewerkend voorwerp geeft geen plaats aan) en omdat je het niet kunt weglaten.