Namen
Woonplaats
Persoonsvormen
Werkwoordspelling
Persoonlijke voornaamwoorden
100

How do you ask someone's name in Dutch?

Hoe heet je?

100

How do you ask where do you live in Dutch?

Waar woon je? 

100

Persoon, getal en tijd persoonsvorm in de volgende zin:

Ik verhuis naar Philipsburg. 

verhuis- 1e persoon, enkelvoud, tegenwoordige tijd

100
Spelling werkwoord lopen- 2e persoon, ev, tt

Jij loopt.

100

How do you say I in Dutch?

Ik

200

Tell the name of a classmate in Dutch

Hij/zij heet....

200

How do you ask where someone is from? 

Waar kom je vandaan?

200

Persoon, getal en tijd van de persoonsvorm: 

Mijn oma breit een sjaal voor mij. 

breit- 3e persoon, enkelvoud, tegenwoordige tijd

200

Spelling werkwoord branden- 3e pers, ev, tt

Hij brandt zijn vingers door de hete ovenschaal. 

200

How do you say he and she in Dutch?

Hij en zij

300

How do you say what is your name in Dutch?

Wat is je naam? 

300

How do you say I live in St. Maarten in Dutch?

Ik woon op St. Maarten

300

Persoon, getal en tijd persoonsvorm:

Mijn overburen installeren maandag een trampoline in hun tuin. 

installeren- 3e persoon, meervoud, tegenwoordige tijd 

300

Spelling werkwoord verraden- 3e persoon, mv, tt

Zij verraden het geheim. 

300

How do you say you in Dutch to a stranger or someone who is for example older? 

U

400
How do you say Who are you in Dutch?

Wie ben jij? 

400

How do you say I am from Canada? 

Ik kom uit Canada 

400

Persoon, getal, tijd van persoonsvorm:

Wij kopen schoolboeken voor de kinderen. 

kopen- 1e persoon, meervoud, tegenwoordige tijd

400

Spelling werkwoord verven- 2e pers, ev, tt

Jij verft ontzettend mooi!

400

How do you say they in Dutch? 

Zij 

500

How do you say friend in Dutch?

Vriend

500

What is the capital of the Netherlands?

Amsterdam

500

Persoon, getal, tijd persoonsvorm:

U kookt heerlijke spaghetti. 

Kook- 2e persoon, enkelvoud, tegenwoordige tijd

500

Spelling werkwoord beloven- 3e pers, ev, tt

Zij belooft hem dat ze de afwas zal doen. 

500

How do you say you in plural form? 

Jullie