Level 1
Level 2
Level 2
Level 3
100

Naam?

Wat is jouw naam? / Wie ben jij?

Mijn naam is ... / Ik ben ...

100

Getrouwd?

Ben jij getrouwd?

Ja, ik ben getrouwd.

Nee, ik ben niet getrouwd.

100

😃😢😡😲😴?

Hoe voel je je vandaag?

Ik voel me ... (blij/verdrietig/boos/geschrokken/moe/...).

100
Waarom Nederlands?

Waarom studeer je Nederlands?

Omdat ...

200

Leeftijd?

Hoe oud ben jij?

Ik ben ... jaar.

200

Hoe lang in België?

Hoe lang ben jij al in België?

Ik ben al ... dagen/maanden/jaren in België.

200
Hobby's?

Wat doe je graag? / Waar houd je van?

Ik ... graag. / Ik houd van ... .

300

Woonplaats?

Waar woon jij?

Ik woon in ...

300

Kinderen?

Heb jij kinderen?

Ja, ik heb kinderen. 

Nee, ik heb geen kinderen.

300

Talenten?

Wat kan je goed?

Ik kan goed ...

400
Talen?

Welke talen spreek jij?

Ik spreek ...

400

Verjaardag?

Wanneer ben jij jarig?

Ik ben jarig op ...

400

Huisdier?

Heb je een huisdier?

Ja, ik heb een kat/hond/parkiet/varken/...

Nee, ik heb geen huisdier.

500

Land van herkomst?

Uit welk land kom jij?

Ik kom uit ...

500
Grote familie?

Heb je een grote familie?

Ja, ik heb een grote familie.

Nee, ik heb geen grote familie.