Naam?
Wat is jouw naam? / Wie ben jij?
Mijn naam is ... / Ik ben ...
Getrouwd?
Ben jij getrouwd?
Ja, ik ben getrouwd.
Nee, ik ben niet getrouwd.
😃😢😡😲😴?
Hoe voel je je vandaag?
Ik voel me ... (blij/verdrietig/boos/geschrokken/moe/...).
Waarom studeer je Nederlands?
Omdat ...
Leeftijd?
Hoe oud ben jij?
Ik ben ... jaar.
Hoe lang in België?
Hoe lang ben jij al in België?
Ik ben al ... dagen/maanden/jaren in België.
Wat doe je graag? / Waar houd je van?
Ik ... graag. / Ik houd van ... .
Woonplaats?
Waar woon jij?
Ik woon in ...
Kinderen?
Heb jij kinderen?
Ja, ik heb kinderen.
Nee, ik heb geen kinderen.
Talenten?
Wat kan je goed?
Ik kan goed ...
Welke talen spreek jij?
Ik spreek ...
Verjaardag?
Wanneer ben jij jarig?
Ik ben jarig op ...
Huisdier?
Heb je een huisdier?
Ja, ik heb een kat/hond/parkiet/varken/...
Nee, ik heb geen huisdier.
Land van herkomst?
Ik kom uit ...
Heb je een grote familie?
Ja, ik heb een grote familie.
Nee, ik heb geen grote familie.