Motiverende gespreksvoering
Wijk- en buurtgericht werken GGZ
Kwaliteit
Organisatievormen keten
Ethiek en transculturele psychiatrie
100

De derde fase van motiverende gespreksvoering

Ontlokken

100

Multidisciplinair team voor cliënten met ernstige psychiatrische problematieken.

FACT

100

deze persoon biedt advies en bijstand aan mensen met een psychische aandoening die verplichte zorg krijgen.

Patiëntvertrouwenspersoon

100

wet die ingaat op het delen van informatie in de keten of samenwerking

wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (wegiz)

100

het geheel van gedragingen, opvattingen en sociale gewoonten. Deze worden aangeleerd, gedeeld en doorgegeven binnen sociale groepen. Het beïnvloedt gedachten, gevoelens en gedrag  

cultuur

200

De rol die de verpleegkundige aanneemt in een gesprek met motiverende gespreskvoering.

Gidsende rol

200

De zorg verplaatst van intramuraal naar extramuraal.

Ambulantisering.

200

meetinstrument voor de kwaliteit van zorg in de GGZ

ROM

200

het uitgangspunt is dat partijen zich gezamenlijk inzetten ter verbetering van de kwaliteit van zorg en leven van patiënten

Zorgnetwerk

200

vraag die ingaat op het achterhalen van argumenten over wat ethisch verantwoord is

morele vraag

300

Contact maken en werkt aan wederzijds vertrouwen. Een empathische houding en compassie tonen voor de cliënt die het moeilijk heeft. Benadrukken van positieve dingen en geeft complimenten

Engageren

300

Het verschuiven van zorg en verantwoordelijkheden.

Substitutie.

300

het doel is het stimuleren van openheid over klachten en ongewenste gebeurtenissen en ervan leren. Hierdoor kan de zorg worden verbeterd.

Wkkgz

300

Samenwerkende zorgverlening tussen verschillende zorgverleners voor een zorgvrager met een chronische aandoening

Ketenzorg

300

de studie van de invloed van cultuur op psychiatrie. Richt zich op het verbeteren van de zorg voor mensen met verschillende culturele achtergronden

Transculturele psychiatrie

400

De weg naar verandering. Wordt zichtbaar in een mengeling van behoudtaal en verandertaal.

Ambivalentie

400

Zorg die wordt aangeboden door meerdere zorgverleners, waardoor er een combinatie ontstaat van intra- en extramurale zorg.

Transmuralisatie

400

subjectief, normatief, abstract en relatief

De kernmerken van kwaliteit

400

het doel is het bevorderen en beschermen van de gezondheid. Hieraan werken meerdere sectoren samen.

Integraal gezondheidsbeleid (IGB)

400

de verantwoordelijkheid die je hebt als werknemer van een instelling of als zelfstandige

Functionele verantwoordelijkheid

500

hieronder vallen WKRN en CAS.

Verandertaal

500

Hieronder vallen de volgende disciplines: sociaal wijkteam, generalisten, specialisten en GGD

Sociaal domein

500

een systeem dat zorginstellingen helpt om de kwaliteit van hun diensten systematisch en gestructureerd te beheren, controleren en verbeteren.

Kwaliteitsmanagementsysteem

500

beschrijft de zorgorganisatie voor een specifieke groep patiënten, van begin tot eind. Het legt vast hoe de zorg moet worden verleend, door wie, wanneer en hoe er geregistreerd wordt, met als doel patiëntgerichte, veilige en efficiënte zorg.

Zorgpad

500

caring about, taking care of, care-giving, care recieving

de vier fasen van het zorgproces volgens Tronto