Democratie-Dictatuur
Mensbeeld-Ideologie
politieke partijen
Trias Politica
Wetten-verkiezingen
100

Noem 2 kenmerken van een democratie 

 Democratie                                 -           Dictatuur

Macht bij het volk                                     Macht bij 1 persoon                                                                     (kleine groep)

Vrije Verkiezingen                                 Geen of oneerlijke                                                                       verkiezingen

Recht op eerlijk proces -                       zomaar in de                                                                      gevangenis worden gegooid

(Pers-)Vrijheid van meningsuiting -   censuur, geen vrijheid V.M.

overheid moet zich ook                - overheid bepaalt zelf wat ze 

aan de regels houden                    doen


100

Welke waarde is belangrijk voor mensen met een links/ rechts mensbeeld. Je mag er 1 kiezen. 

links: gelijkheid/gelijkwaardigheid

rechts: persoonlijke/economische vrijheid

100

Noem 2 linkse politieke partijen, die nu in de Tweede Kamer zitten.

SP - Denk - GroenLinks/PVDA 

100

Noem de 3 machten uit de Trias Politica.

Uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht.

100

Bij welke verkiezingen stemmen wij op het landelijk bestuur? 

Tweede Kamerverkiezingen 

200

Noem 3 voorbeelden van machtsmiddelen.

Voorbeelden van machtsmiddelen zijn: 

✓ positie, ✓ kennis/vaardigheden, ✓ aantal, ✓ functie/beroep, ✓ aanzien, ✓ geld, ✓ geweld

200

Leg uit wat een confessionele ideologie is.

Een mensbeeld gebaseerd op de normen en waarden uit een religie/geloof.

200

Noem 3 rechtse politieke partijen die nu in de Tweede Kamer zitten.

VVD - PVV - FvD - SGP - JA21!

200

Wat wil je voorkomen met een Trias Politica (scheiding der machten)?

Dat er niet 1 "groep" alle macht heeft (dictatuur), maar dat die macht verdeeld is, zodat ze elkaar kunnen controleren.

200

Noem 1 stap die genomen wordt in hoe een wet tot stand komt.

1. Er is een maatschappelijk probleem. 

2. Een minister of een tweede kamerlid maakt een wetsvoorstel. 

3. De tweede kamer debatteert over het wetsvoorstel. 

4. Tweede Kamerleden dienen amendementen in. 

5. De tweede kamer stemt over de amendementen en daarna over het definitieve wetsvoorstel. 

6. De eerste kamer stemt over het wetsvoorstel. 

7. De koning en de ministers ondertekenen het wetsvoorstel. 

8. De wet wordt gepubliceerd op officiëlebekendmakingen.nl

300
Tussen welke 2 waarde gaat het machtsdilemma? 

Inspraak en daadkracht

300

Leg uit wat het verschil is tussen linkse en rechtse ideologieën als het gaat over belastingen.

linkse ideologieën zijn voor hoge belastingen, rechtse ideologieën zijn voor lage belastingen.

300

Noem 2 confessionele partijen die nu in de Tweede Kamer zitten.

CDA, ChristenUnie, SGP

300

Uit wie bestaat de uitvoerende macht in Nederland? 

Kabinet en ambtenaren.

300

Wat staat er in het regeerakkoord? 

De plannen die de coalitiepartijen hebben gemaakt om samen uit te voeren de komende 4 jaar.

400

Leg uit wat een referendum is.

Een volksraadpleging. Het volk stemt over 1 besluit, zonder tussenkomst van volksvertegenwoordigers. Het is een vorm van directe democratie.

400

Koppel de ideologieen aan links/rechts: 

Liberalisme = links of rechts?

Socialisme  = links of rechts? 

Communisme = links of rechts?

Liberalisme = rechts

Socialisme = links

Communisme = links

400
Leg het verschil uit tussen conservatieve partijen en progressieve partijen. 

Conservatieve partijen willen dat er niet veel veranderd in het land.

Progressieve partijen willen juist dat Nederland zich aanpast aan veranderingen in de samenleving.

400

Uit wie bestaat de wetgevende macht in Nederland? 

Het parlement (eerste en tweede kamer) 

400

Wat is het verschil tussen coalitiepartijen en oppositiepartijen?

Coalitiepartijen hebben mensen in de Tweede Kamer en in het kabinet. Zowel uitvoerende als wetgevende macht.

Oppositiepartijen hebben alleen mensen in de wetgevende macht (parlement = 1e en 2e kamer)

500

Noem 4 voorbeelden van dictaturen. 

Check bij de docent

500

Bij welke ideologie zou de verzorgingsstaat het grootst zijn?

Liberalisme - Socialisme - Confessionalisme

Socialisme
500

Noem de 4 huidige coalitiepartijen die nu in het kabinet zitten.

VVD - NSC - BBB - PVV

500

Hoeveel zetels heb je als je net een meerderheid hebt qua zetels in de eerste en tweede kamer opgeteld.

76 (tweede kamer)

38 (eerste kamer)

= 114 zetels

500

Wat is het verschil tussen een formateur en een informateur? 

De informateur gaat met verschillende partijen om tafel zitten om te beginnen met onderhandelingen over een mogelijke samenwerking van coalitiepartners.

De formateur gaat op zoek naar ministers en staatssecretarissen voor in het kabinet. Het aantal ministers dat partijen mogen leveren wordt ook afgesproken in het regeerakkoord, meestal mogen grote partijen meer ministers leveren dan kleine partijen.