Hoeken berekenen
Gonio
Oppervlakte
Inhoud
Vergrotingen/uitslagen
Pythagoras
100

Bereken hoeveel graden hoek D2 is. Laat zien hoe je aan je antwoord bent gekomen.

50+60=110

180-110=70 = hoek F1

Hoek D2 is F hoek met F1, dus D2 is ook 70 graden

100

De vuurtoren is 40m hoog.

Bereken de afstand van de zeilboot tot aan de kust. Rond af op gehelen.

tan 68 x 40 = 99 m

100

a. Hoe heet dit figuur?
b. Bereken de oppervlakte van dit figuur.

a. Ruit
b. 4 x 6 : 2 = 12 cm2

Of:
driehoek ACD: 4 x 3 : 2 = 6
driehoek ABC: 4 x 3 : 2 = 6
Ruit ABCD: 6 + 6 = 12 cm2

100

a. Hoe heet dit ruimtefiguur?
b. Bereken de inhoud.

a. Prisma
b. Oppervlakte grondvlak = 5 x 4 : 2 = 10
Inhoud = opp. grondvlak x hoogte = 10 x 8 = 80 cm3

100

Bekijk het plaatje hieronder.

a. Teken de gelijkvormige driehoeken naast elkaar
b. Bereken de vergrotingsfactor
c. Bereken BC en CE

100

Punt S ligt recht onder punt A en BS = CS = 34 cm.
AS = 84 cm.
Bereken met Pythagoras de lengte van AB.

200

Bereken in dit parallellogram hoeveel graden hoek B5 is. Laat zien hoe je aan je antwoord bent gekomen.

Hoek B4 = 60 graden (F hoek met E2)

D3 = 60 graden (Z hoek met B4)

Hoek C = 50 graden (zelfs groot als A, parallellogram)

In driehoek BCD: 50+60=110

180-110=70

B5 = 70 graden

200

De vuurtoren is 40m hoog.

Bereken de afstand tussen de twee schepen. Rond af op gehelen.

Afstand zeilboot tot aan de kust:

tan 68 x 40 = 99m

Afstand vrachtschip tot aan de kust:

tan 74 x 40 = 139m

Afstand tussen de twee schepen:

139 - 99 = 40 m 

200

Bereken de oppervlakte van onderstaande figuur.

Inlijsten:
Lengte hele rechthoek = 2+2+4=8cm
Breedte hele rechthoek = 2+2=4 cm
Opp hele rechthoek = 8 x 4 = 32 cm2

Driehoek linksonder = 3 x 4 : 2 = 6 cm2
Vierkant boven = 2 x 2 = 4 cm2
Vierkant rechtsonder = 2 x 2 = 4 cm2

Opp gele figuur: 32 - 6 - 4 - 4 = 18cm2

200

Bereken de inhoud van dit schoolgebouw.

Hoge gebouw:12 x 9 x 6 = 648

Uitbouw deel met deur:
13,5 - 9 = 4,5
Inhoud: 9 x 4,5 x 3 = 121,5

Uitbouw rechterkant:
9 x 3 x 3 = 81

Totaal: 648 + 121,5 + 81 = 850,5m3

200

200

300

PR en VT zijn evenwijdig.

Bereken hoeveel graden hoek V1 is. Leg uit hoe je aan je antwoord bent gekomen.


Hoek R - 30 graden (Z hoek met V2)

In driehoek PRV: 60+30=90

180-90=90 graden

V1 = 90 graden

300

Punt S ligt recht onder punt A en BS = CS = 34 cm 

Bereken (met goniometrie) hoeveel cm AB is. Schrijf je berekening op en rond je antwoord af op hele cm.

 

34 : sin 22 = 91 cm

300

300

Bereken de inhoud van onderstaande Mastaba.

300

Teken de uitslag over en maak 'm verder af.

300

Bereken hoelang AE is. 

300 - 127 = 173
173 : 2 = 86,5

400

Laat met een berekening zien dat hoek A 108 graden is.

400

Bereken hoeveel graden B2 is

400

Bereken de oppervlakte van het groene deel.

400

400

400

Bereken de lengte van lijn BH.

42 + 122 + 7,52 = 216,25

sqrt216,25 = 15

Of nauwkeuriger 14,7 m

500

B2 en D2 zijn allebei 80 graden

Bereken hoeveel graden hoek E1 is. Denk aan de berekening.

500

KS = 8 m
Bereken, zonder te meten, hoeveel meter de afstand van het midden van de zweefmolen (M) tot het stoeltje (S) is. Schrijf je berekening op en geef je antwoord in twee decimalen.

 

500

500

Bereken de inhoud van onderstaande bakgoot.

500

500