.
.
.
.
100

Hoe laat sta jij ’s morgens op?

> ’s Morgens …

Wat doe jij eerst?

> Eerst …

Modelantwoord: 

> 's Morgens sta ik om 09.00 op. 

> Eerst trek ik mijn kleren aan. 

100

Hoe laat eet jij ’s middags?

> ’s Middags …

Wat doe jij daarna?

> Daarna …

Modelantwoord

> 's Middags eet ik van 13.00 tot 14.00

> Daarna studeer ik Nederlands. 

100

Hoe laat eet jij ’s avonds?

> ’s Avonds …

Wat doe jij dan?

> Dan …

Modelantwoord

> 's Avonds eet ik om 18.00. 

> Dan kijk ik Netflix of lees ik een boek. 

100

Wat doe jij tijdens het weekend?

> Tijdens …

Modelantwoord

> Tijdens het weekend ontspan ik me: ik loop in het park en slaap lang uit. 

100

Wat speelde jij toen jij een kind was?

> Vroeger …

Modelantwoord

> Vroeger speelde ik schooltje, maar nu niet meer. 

100

Wat doe jij om 20.00 vanavond?

> Om 20.00 vanavond …

Wat doe jij daarna?

> Daarna …

Modelantwoord

> Om 20.00 vanavond neem ik een pauze

> Daarna volg ik de Nederlandse les tot 21.30

100

Waar was jij vijf jaar geleden?

> Vijf jaar geleden …

Modelantwoord

> Vijf jaar geleden was ik in mijn land. 

100

Wat doe jij na het ontbijt?

> Na het ontbijt …

En wat doe jij daarna?

> Daarna …

Modelantwoord

> Na het ontbijt maak ik mij klaar om naar mijn werk te gaan. 

> Daarna vertrek ik met de fiets. 

100

Wat doe jij na de les Nederlands?

> Na de les Nederlands …

En wat doe jij dan?

> Dan …

Modelantwoord

> Na de les Nederlands studeer ik de nieuwe woorden. 

> Dan ontspan ik mij met mijn familie. 

100

Wat doe jij voor het slapen?

Voor het slapen …

En wat doe jij daarvoor?

Daarvoor …

Modelantwoord

> Voor het slapen maak ik een kruiswoordraadsel of een sudoku

> Daarvoor lees ik een boek of kijk een film

100

Wat studeerde jij toen jij in jouw land woonde?

> Toen

Modelantwoord

> Toen ik in mijn land woonde studeerde ik economie / geneeskunde / fysica / scheikunde / biologie / voor (burgerlijk, industrieel, biomedisch, ...) ingenieur / filosofie / taal- en letterkunde / sociale wetenschappen / ...

100

Wat doe jij op zaterdagvoormiddag?

> Op zaterdagvoormiddag …

Wat doe je dan?

> Dan …

Modelantwoord

> Op zaterdagvoormiddag ga ik joggen in het park

> Dan neem ik een douche

100

Wat doe jij tijdens de volgende vakantie?

> Tijdens …

Modelantwoord

> Tijdens de volgende vakantie ga ik naar de kust

100

Wat doe jij tijdens de zomer het liefst?

> Tijdens

Modelantwoord

> Tijdens de zomer barbecue ik het liefst met mijn familie op het terras

100

Welke job had jij toen jij in jouw land woonde?

> Toen

Modelantwoord

> Toen ik in mijn land woonde, werkte ik als ingenieur / schoonmaker / docent / lesgever / kleuterjuf / dokter / econoom / financieel analist / ...

> Toen ik in mijn land woonde, werkte ik niet

100

Wat doe jij graag op zondag?

> Op zondag …

En wat doe jij daarna?

> Daarna

Modelantwoord

> Op zondag eet ik graag koffiekoeken met mijn gezin

> Daarna bezoeken we graag vrienden of familie