Lekker: frietjes / pizza?
Wat vind jij lekkerder: frietjes of pizza?
- Ik vind dat frietjes lekkerder zijn dan pizza.
- Ik vind dat pizza lekkerder is dan frietjes.
Mooi: zee / bergen?
Wat vind jij mooier: de zee of de bergen.
- Ik vind dat de zee mooier is dan de bergen.
- Ik vind dat de bergen mooier zijn dan de zee.
Lekker: Belgisch eten / eten van jouw land?
Wat vind jij lekkerder: Belgisch eten of eten van jouw land?
- Ik vind dat Belgisch eten lekkerder is dan eten van mijn land.
- Ik vind dat eten van mijn land lekkerder is dan Belgisch eten.
Gezellig: een avondje uit / thuis?
Wat vind jij gezelliger: een avondje uit of thuis?
- Ik vind dat een avondje uit gezelliger is dan thuis.
- Ik vind dat een avondje thuis gezelliger is dan uit.
Gezond: een koude douche / een warm bad?
Wat vind jij gezonder: een koude douche of een warm bad?
- Ik vind dat een koude douche gezonder is dan een warm bad.
- Ik vind dat een warm bad gezonder is dan een koude douche.
comfortabel: de auto / de fiets?
Wat vind jij comfortabeler: de auto of de fiets?
- Ik vind dat de auto comfortabeler is dan de fiets.
Gemakkelijk: online shoppen / winkelen in Leuven?
Wat vind jij gemakkelijker: online shoppen of winkelen in Leuven?
- Ik vind dat online shoppen gemakkelijker is dan winkelen in Leuven.
- Ik vind dat winkelen in Leuven gemakkelijker is dan online shoppen.
mooi: zon / sneeuw
Wat vind jij mooier: zon of sneeuw?
Ik vind dat de zon mooier is dan de sneeuw.
Ik vind dat de sneeuw mooier is dan de zon.
Belangrijk: geld / tijd?
Wat vind jij belangrijker?
- Ik vind dat geld belangrijker is dan tijd.
- Ik vind dat tijd belangrijker is dan geld.
Belangrijk: familie / vrienden?
Wat vind jij belangrijker: familie of vrienden?
- Ik vind dat familie belangrijker is dan vrienden.
- Ik vind dat vrienden belangrijker zijn dan familie.
comfortabel: wonen in een appartement / in een huis?
Wat vind jij comfortabeler: wonen in een appartement of in een huis?
- Ik vind dat wonen in een appartement comfortabeler is dan in een huis.
- Ik vind dat wonen in een huis comfortabeler is dan in een appartement.
Leuker: boek / film
Wat vind jij leuker: een boek of een film?
- Ik vind dat een boek leuker is dan een film.
- Ik vind dat een film leuker is dan een boek.
mooi: schilderij of foto
Wat vind jij mooier: een schilderij of een foto?
- Ik vind dat een schilderij mooier is dan een foto.
- Ik vind dat een foto mooier is dan een schilderij.
saai: in de file staan / aan de kassa staan
Wat vind jij saaier: in de file staan of aan de kassa staan?
- Ik vind dat in de file staan saaier is dan aan de kassa (staan).
- Ik vind dat aan de kassa staan saaier is dan in de file.
Ongezond: te veel koffie drinken / te veel frietjes eten
Wat vind jij ongezonder: te veel koffie drinken of te veel frietjes eten?
- Ik vind dat te veel koffie drinken ongezonder is dan te veel frietjes eten.
- Ik vind dat te veel frietjes eten ongezonder is dan te veel koffie drinken.
Ingewikkeld: Nederlands / Engels
Wat vind jij ingewikkelder: Nederlands of Engels?
- Ik vind dat Nederlands ingewikkelder is dan Engels.
- Ik vind dat Engels ingewikkelder is dan Nederlands.