NE - grammatica
NE - algemene kennis
DUI- grammatica
DUI - algemene kennis
FR - grammatica
FR - algemene kennis
EN - grammatica
EN - algemene kennis
100

Wat is het meervoud van paragraaf?

Paragrafen

100

Wat is de langste rivier van Nederland?

Antwoord: De Rijn

100

Noem 3 voorzetsels van de 3e naamval?

aus, bei, mit, nach, seit, von, zu

100

Hoe ziet de Duitse vlag er van boven naar beneden uit?

 Zwart - geel - rood

100

1. Wat is de juiste spelling van het voltooid deelwoord in de volgende zin:

Mes parents sont ______________ à Paris.

A) Allé 

B) Allés 

C) Allée 

D)Allées

Mes parents sont allés à Paris. (B)

100

1. Wanneer is de Franse Nationale Feestdag? 

A) 28 september 

B) 12 juni 

C) 3 oktober 

D) 14 juli

 

Antwoord = D, 14 juli

100

Bezit:

Welke zin bevat de juiste bezitsvorm?

A. My parent's house is quite old.

B. My parents' house is quite old.

C. My parents house is quite old.

B. My parents' house is quite old.

100

Wat is de nationale sport van Engeland?

A. Voetbal

B. Cricket

C. Rugby

D. Badminton

B. Cricket

200

Wat is het verschil tussen 'formeel' en 'informeel' taalgebruik?

Formeel taalgebruik wordt gebruikt in officiële situaties, terwijl informeel taalgebruik wordt gebruikt in alledaagse gesprekken.

200

Wat is de bekendste gracht van Amsterdam?

Antwoord: De Herengracht

200

Noem 3 voorzetsels van de 4e naamval?

durch, für, gegen, ohne, um, bis

200

Welke zangeres zong het nummer 99 Luftballons? 

Nena

200

2. Welk getal staat hieronder aangegeven? 

deux-mille-sept-cent-quatre-vingt-quinze

2795

200

2. Hoe heet het Franse volkslied? 

a) La Concorde

b) Le Chant de Paris

c) La Marseillaise

d) La Balanguera

Antwoord = C, La Balanguera

200

Woordvolgorde

Welke zin maakt gebruik van de juiste woordvolgorde?

A. We worked out at our local gym yesterday.

B. Yesterday, we worked out at our local gym.

C. We worked out yesterday at our local gym.

D. At our local gym, we worked out yesterday.

Twee correcte antwoorden:

A. We worked out at our local gym yesterday.

B. Yesterday, we worked out at our local gym.

200

Dit is de Union Jack, ofwel de vlag van het Verenigd Koninkrijk. Welk van de 4 landen waaruit het VK bestaat ontbreekt op de vlag?

Wales 

300

Is het ‘ex vriend',  ex-vriend’ of ‘exvriend'?

ex-vriend

300

Noem de 3 bekendste Nederlandse schilders ...

Antwoord: Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer en Vincent van Gogh.

300

Hoeveel naamvallen zijn er in het Duits?

4 naamvallen

300

In welke maand start het Oktoberfest?

September

300

3. Noem de kleuren van de Franse vlag in het Frans op, in de juiste volgorde.

bleu, blanc, rouge

300

3. Welk eiland behoort tot Frankrijk? 

A) Sardinië  

B) Corsica 

C) Mallorca 

D) Sicilië  


Antwoord = B, Corsica


300

Vervoeg de volgende werkwoorden:

See - ______ - ________

Answer: See - Saw - Seen

300

Welke landen behoren tot Groot Brittannië? 


1. England

2. Scotland

3. Wales

4. Northern Ireland

400

Wat is een ‘tatta'?

Een (witte) Nederlander.

400

Wat is het hoogste punt van Nederland?

Antwoord: De Vaalserberg (322 meter)

400

Welk lidwoord hoort bij mannelijke zelfstandige naamwoorden?

der

400

Hoeveel buurlanden heeft Duitsland?

9

400

4. Noem 5 schoolvakken op in het Frans.

Antwoord: le français/l’allemand/les maths/la biologie/la chimie/la physique/l’histoire/la géographie

400

4. Noem 3 bekende Franse staatshoofden (koning/keizer/president).

Antwoord: 

Napoleon / Lodewijk XIV / de Gaulle / Pompidou / Mitterand

400

Hoe noem je een werkwoord die van spelling/vorm verandert als deze in een andere tijd wordt gezet? Geef de Engelse benaming. 

Answer: Irregular verb (onregelmatig werkwoord)

400

Hoe lang heeft Queen Elizabeth ll geregeerd?

A. 20 jaar

B. 40 jaar

C. 55 jaar

D. 70 jaar

D. 70 years (and 214 days)

500

Wat betekent het sms'je ‘2g4u'?

'Too good for you'

500

Wat is de maximumsnelheid die je overdag mag rijden op Nederlandse wegen?

Antwoord: 100 km/h

500

Welk lidwoord hoort bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden?

die

500

In welk jaar viel de Berlijnse muur?

1989

500

5. Combineer de woorden met de juiste lidwoorden: 

a) Hôtel                 1. Les

b) Gare                  2. L’

c) Cadeaux             3. La

d) Vélo                   4. le

Antwoord: a2, b3, c1, d4

500

5. Wat betekent een “A” achterop een Franse auto?




Antwoord: de bestuurder van die auto heeft nog niet zo lang zijn/haar rijbewijs; komt van het woord “apprenti”, wat “leerling” betekent.

500

Welke volgorde gebruik je bij een basis-zin?

A. Onderwerp - Voorwerp - Werkwoord

B. Onderwerp - Werkwoord - Voorwerp

C. Voorwerp - Werkwoord - Onderwerp

D. Werkwoord - Onderwerp - Voorwerp

B. Onderwerp - Werkwoord - Voorwerp

She (o) reads (ww) a book (vw)  in her spare time.

500

Literatuur. Welk van de volgende werken is niet geschreven door Charles Dickens?  

A. Great Expectations 

B. Pride and Prejudice 

C. Oliver Twist 

D. A Tale of Two Cities

B. Pride and Prejudice (Jane Austen)

600

Woorden als ‘lepel’ en ‘kok’ lees je hetzelfde als ‘van voren naar achteren en van achter naar voren'.  Hoe noem je zulke woorden?

Antwoord: palindroom ('keerwoorden' kan ook goed worden gekeurd) 

600

Hoe heten de kinderen van koning Willem Alexander en koningin Maxima?

 

Antwoord: Amalia, Alexia, Ariane

 

600

Als een zelfstandig naamwoord eindigt op een -e, is deze dan vaak mannelijk, vrouwelijk of onzijdig?

vrouwelijk

600

Welk bekend Duits snoepmerk werd bedacht door meneer Hans Riegel uit Bonn?

Haribo (HansRiegelBonn)

600

6. Noem 6 werkwoorden uit het “être-huis”.

Antwoord: aller/monter/descendre/naître/mourir/tomber/arriver/rester/venir/entrer/rentrer/partir/sortir

600

6. Wat is geen Franse stad? 

A) Nantes

B) Liège

C) Toulouse

D) Strasbourg

Antwoord = B, Luik (Liège)

600

Future: Will / Going to

Complete the sentence by using will  or  to be + going to:

> We don't have any bread.
>> I know. I __________ get some from the shop.

>> I know. I am going to get some from the shop.

600

Welke naam is het meest gevoerd door Britse vorsten?

A. William

B. Henry

C. Charles

D. George 

D. George

700

Uit welke taal is het woord ‘viaduct’ afkomstig?

Antwoord: Latijn

700

Welke Nederlandse wetenschapper was de uitvinder van de microscoop? 

Antwoord: Antonie van Leeuwenhoek

700

Welk ezelsbruggetje kun je gebruiken om zwakke werkwoorden in de tegenwoordige tijd te vervoegen?

FEESTTENTEN

700

Wat vieren de Duitsers op 1 mei?

Tag der Arbeit

700

7. Vervang de onderstreepte zinsdelen door een persoonlijk voornaamwoord en maak vervolgens de nieuwe zin (let op de plaats van de pers. voornaamwoorden!)    

Les garçons vont regarder ce film au cinema.        

Antwoord: Ils vont le regarder au cinéma

700

7. Wat is de langste rivier van Frankrijk?



Antwoord: de Loire


700

The passive

Vorm een zin met de passive in de tegenwoordige tijd (present simple):

I make a cake. >> ____________________________

I make a cake. >> A cake is made (by me).

700

Wat is de nationale groente van Wales?

A. Prei

B. Komkommer 

C. Selderij 

D. Tomaat 

A. Prei (Leek)

800

Hoe noemen we een woord dat gevormd is door klanknabootsing?

Antwoord: onomatopee

800

Waarvoor staan de letters NRC in het NRC-handelsblad?

 

Antwoord: Nieuwe Rotterdamse Courant

800

Los de volgende zin op: 

Ich habe ein... Hamburger (m) gegessen.

= einen

800

Welke Duitse broers hebben bekende internationale sprookjes bedacht?

Grimm

800

8. Welk woord past niet in het onderstaande rijtje, en leg dit uit.  

augmenter / croître / chuter / remonter

Antwoord: “chuter” omdat dat het enige woord is dat een (waarde) daling aangeeft (het betekent “vallen”), de rest betekent allemaal stijgen, groeien

800

8. Wat is Bouillabaisse?

Antwoord = Een oorspronkelijk Provençaals gerecht, typisch voor Marseille, bestaande uit allerlei soorten gekookte vis en zeevruchten.




800

Hoe noem je een zin die instructies en/of bevelen geeft?

A. Declarative sentence

B. Interrogative sentence

C. Exclamatory sentence

D. Imperative sentence

D. Imperative sentences (gebiedende wijs)

800

Wat is de officiële residentie van William en Catherine, de Prins en Prinses van Wales?

A. Buckingham Palace

B. St. James’s Palace

C. Kensington Palace

D. Clarence House  

C. Kensington Palace

900

Cryptische vraag: letterteken om je moeder te roepen?

Antwoord: komma

900

Welke Nederlandse auteur publiceerde in 1983 de bestseller ‘De Aanslag'?

Antwoord: Harry Mulisch

900

Vervoeg het werkwoord 'wohnen' 

ich ...

du ...

...

ich wohne, 

du wohnst, 

er/sie/es wohnt, 

wir wohnen, 

ihr wohnt, 

sie/Sie wohnen

900

Wat is in Duitsland het hoogste cijfers dat je op school kunt halen?

1

900

9. In welke tijd staat de onderstaande zin?     

Mes amis ne me croiraient jamais.

Antwoord: in de conditionnel/futur du passé

900

9. Wat betekent “le roi soleil” en over wie hebben we het dan?

Antwoord = Het betekent Zonnekoning, en we bedoelen daarmee: Lodewijk XIV



900

Which sentence uses a gerund? 

A. The store closes soon.

B. The dog barks all day.

C. Swimming is her favourite activity

D. He's really good at math.

C. Swimming is her favourite activity.

900

Combineer de steden met de landen.

1. England                          A. Cardiff

2. Scotland                         B. London

3. Wales                             C. Edinburgh

4. Northern-Ireland             D. Belfast 

1. England > London

2. Scotland > Edinburgh

3. Wales > Cardiff

4. Northern - Ireland > Belfast

1000

Vul in: Zoals de ..... is, vertrouwt hij zijn gasten.

Antwoord: waard

1000

Wat is de oudste universiteit van Nederland, opgericht in 1575 door Willem van Oranje?

Antwoord: Universiteit van Leiden

1000

Los de volgende zin op: 

Das habe ich von mein... Schwester bekommen.

meiner

1000

In welke stad ligt de grootste Duitse haven?

Hamburg

1000

10. Zet de volgende zin in de Passé Composé.      

Manon vient me visiter ce soir à neuf heures.

Antwoord: 

Manon est venue me visiter ce soir à neuf heures.

1000

10. Noem 5 Franse lekkernijen.

Antwoord = croissant / pain au chocolat / macarons / madeleines / éclairs / tarte tatin / profiteroles / crêpes.


1000

Complete the sentence by using the zero conditional.

If I ________(wake up) late, I ________(be) late for work.

Answer: If I wake up late, I am late for work.

1000

Welk van de volgende werken is geen beroemd werk uit de Engelse literatuur? 

A. The Canterbury Tales

B. Beowulf

C. The Mabinogion 

D. Piers Plowman 

C. The Mabinogion (Welsh literature)