5´of 3´
DNA-replicatie
Transcriptie of Translatie?
Mutaties en DNA-technieken
Van alles wat
100

Slide 2 in de LessonUp

C

100

Welk enzym verbreekt de waterstofbruggen tijdens DNA-replicatie?

Helicase

100

Dit proces heeft als product een keten van aminozuren.

Translatie

100

Hoe heet het als er 1 of meerdere nucleotidenparen worden vervangen in het DNA?

Substitutie

100

Waar staat DNA voor?

Deoxyribonucleic acid of Desoxyribonucleïnezuur

200

Slide 3 in de LessonUp

A

200

Zet in de goede volgorde:

1.  Primase maakt een primer op het enkelstrengs DNA.
2. Helicase haalt de waterstofbruggen uit elkaar.
3. DNA-polymerase maakt van enkelstrengs DNA weer dubbelstrengs DNA.
4. DNA-polymerase bindt.


2-1-4-3

200

Dit proces heeft als product een pre-mRNA streng.

Transcriptie

200

Een organisme waarbij het DNA is veranderd en waarbij een gen is overgebracht van een organisme van een andere soort noemen we een ...... organisme.

Transgeen

200

Biotechnologie is iets heel moderns en maakt altijd gebruik van genetische modificatie.

Juist of onjuist? En waarom?

Onjuist.

Biotechnologie is de verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.
Dit gebeurt al heel lang, denk aan brood, wijn en bier maken.
Hierbij wordt er geen gebruik gemaakt van genetische modificatie. 

300

Slide 4 in de LessonUp

5'

300

Hoe heet de techniek die wordt gebruikt om DNA heel erg vaak te kopiëren in het lab?

PCR (Polymerase Chain Reaction)

300

Noem de 3 grote verschillen tussen DNA en RNA.

1. DNA is dubbelstrengs, RNA is enkelstrengs
2. DNA heeft T (thymine), RNA heeft U (uracil)
3. DNA heeft een desoxyribose monosacharide , RNA heeft een ribose monosacharide

300

Leg uit dat een leesraamverschuiving ervoor kan zorgen dat er een grote kans is dat het gewenste eiwit niet wordt gemaakt.

Leesraamverschuiving = insertie of deletie van één nucleotidenpaar in een coderend stuk DNA waardoor de achterliggende codons volledig veranderen.

Andere codons resulteren in andere aminozuren in de keten, waardoor het eiwit een andere vorm krijgt en zijn oorspronkelijke functie niet meer kan uitvoeren.

300

Waarom is het belangrijk dat in eukaryoten het mRNA eerst wordt bewerkt d.m.v. splicing voordat het de celkern verlaat?

Splicing: Verwijdert introns (niet-coderende stukken); alleen de exons blijven over, zodat het mRNA de juiste code bevat voor een functioneel eiwit.

400

Slide 5 in de LessonUp

3'

400

Leg het verschil uit tussen de volgende en de leidende streng.

De leidende streng 'volgt' de helicase en wordt in één streng gesynthetiseerd. Terwijl de volgende streng in okazaki-fragmenten wordt gesynthetiseerd. Want DNA-polymerase kan alleen van 5' -> 3' bewegen.

400

Bij welk proces speelt tRNA een grote rol en wat is deze rol?

Translatie.

tRNA haalt aminozuren uit het cytoplasma en vervoert deze naar het ribosoom.

400

Sojabonen worden in allerlei voedingsmiddelen verwerkt, onder andere in vleesvervangers.
Door genetische modificatie is het gelukt om bij sojaplanten genen van andere soorten in te bouwen. De bonen van een gemodificeerde sojaplant bevatten meer plantaardig eiwit dan gewone sojabonen. 

Waar in de cel zijn deze genen ingebouwd? Leg uit.

Bij genetische modificatie wordt een gen ingebouwd in het DNA. DNA bevindt zich in de celkern.

400

Een plant neemt voedingsstoffen op uit de bodem.

Kies het juiste woord.

Bij gebrek aan calcium/fosfor/ijzer kan de plant geen DNA maken.

Fosfor.

Fosfor zit in fosfaat. Fosfaat is een onderdeel van het DNA. De andere twee voedingsstoffen komen niet voor in DNA.

500

Slide 6 in de LessonUp

5'

500

Waarom is de juiste verhouding tussen didesoxynucleotiden en normale desoxynucleotiden in een Sanger-sequencing reactie belangrijk?

Aan didesoxynucleotiden kunnen geen nieuwe nucleotiden binden (OH-groep mist op C-atoom 3), dus dan wordt het DNA fragment niet meer langer.

Als er te veel didesoxynucleotiden zijn, ontstaan alleen hele korte fragmenten; bij te weinig didesoxynucleotiden is de kans op ketenterminatie te klein en worden fragmenten te lang. De juiste verhouding zorgt voor een spreiding van fragmentlengtes.

500

Door een puntmutatie verandert de mRNA sequentie van een gen.
Heeft deze mutatie invloed op het vormen van het gewenste eiwit? Waarom wel/niet?

Oorspronkelijke sequentie: 5'- AGAAUGCGUACCUAG -3'
Nieuwe sequentie: 5'- AGAAGGCGUACCUAG -3'


Translatie begint altijd bij het startcodon -> AUG

Het tweede codon is veranderd van AUG naar AGG.

Hierdoor codeert het tweede codon niet meer voor het startcodon (methionine), maar voor arginine.
Zonder startcodon kan de translatie niet beginnen.

Dus ja, deze mutatie zorgt ervoor dat dit eiwit niet wordt gesynthetiseerd. 

500

Met behulp van restrictie-enzymen kan een plasmide van een bacterie in kleine stukjes geknipt worden. Door daarna een gel-elektroferese uit te voeren kan bepaald worden hoe groot de stukjes DNA zijn.
Een bepaalde plasmide bestaat uit 3200 basenparen. Enzym A knipt bij basenpaar 300, 800 en 2300.

Op welke plaats in de gel-elektroforese zal je geen bandje zien na behandeling met enzym A?

A. 300
B. 500
C. 1200
D. 1500

A. 300

- bij 500 (tussen 300 en 800 zitten 500 basenparen)
- bij 1500 (tussen 800 en 2300 zitten 1500 basenparen)
- bij 1200 (van 2300 tot 3200 is 900 basenparen, maar het DNA in een plasmide is cirkelvormig. Je telt dus gewoon verder tot de eerstvolgende knip bij 300 basenparen. 900 + 300 = 1200 basenparen)

500

Leg uit hoe RNA-interferentie werkt en welk proces hiermee voorkomen wordt.

miRNA (micro-RNA) bindt aan een mRNA molecuul. Hierdoor kan het niet door het ribosoom worden afgelezen en breekt het uiteindelijk af.
Dit voorkomt dus de translatie.