Wat ontbreekt hier in de namen van de KA'en?
(Godsdienst) strijd
Politiek
(Leven in) steden
Overige
100

Het begin van ...1... en ...2... 

1. Staatsvorming

2. Centralisatie

100

Wie riep Europeanen op om Jeruzalem te veroveren (je hoeft alleen de functie te noemen, niet de naam van de persoon)?

De paus (Urbanus de nogietste)

100

Wat is de naam van het tijdvak?

Steden en staten

100

Wat is een privilege?

Dat je (als stad of als burger) een bepaald voorrecht hebt.
100

Hoe heet de periode van Tijdvak 4?

De late middeleeuwen

100
De ...1... van de ...2... wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de ...3... 

1. Expansie

2. Christelijke

3. Kruistochten

100

De paus en de Duitse keizer hadden ruzie met elkaar. Hoe noem je deze strijd?

Investituurstrijd

100

Leg uit waarom koningen/keizers gebruikmaakten van de Staten-Generaal.

Zo konden ze tot landelijke besluiten komen (omdat bij de Staten-Generaal veel mensen samenkwamen om over bestuur/wetten te praten)

100

Noem twee voorbeelden van een stadsrecht.

Munten mogen slaan, tol mogen heffen, stadsmuren aanleggen, eigen rechtspraak, bestuur, etc.
100

Een koning/keizer of iemand anders met politieke macht heeft ... macht. Een paus of bisschop of iemand anders met macht over godsdienst, heeft ... macht. Wat moet er op de puntjes staan? 

Wereldlijke macht

Geestelijke macht

100

De opkomst van de stedelijke ...1... en de toenemende ...2... van steden  

1. burgerij

2. zelfstandigheid

100

Wie won de strijd tussen de Duitse keizer en de paus?

De paus / gelijk spelletje

100

Wat was een politiek gevolg van de economische opleving in Tijdvak 4?

Steden: rijker en konden daardoor stadsrechten betalen.

Koningen/keizers: rijker en konden daardoor meer soldaten en ambtenaren betalen (en daardoor aan staatsvorming doen)

100

Mensen wilden in Tijdvak 4 graag een poorter / burger zijn. Wat moest je daarvoor doen?

Meer dan een jaar in een stad wonen en werken.

100

Hoe heet het handelsverbond dat zich over met name het noorden van Europa uitstrekte en waartoe o.a. de Nederlandse steden Deventer en Zutphen behoorden?

De Hanze

150

De opkomst van ...1... en ...2... die de basis legde voor het herleven van een ...3... samenleving

1. handel 

2. ambacht 

3. agrarisch urbane

150

Met welk symbool op de kleding/andere plekken gingen duizenden Europeanen op weg om Jeruzalem (en omstreken) te veroveren?

Een kruis

150

In Engeland (en tegenwoordig in Groot-Brittannië) heeft dit politieke overlegorgaan veel macht (tegenwoordig de hoogste macht). Over welk politiek overlegorgaan gaat het hier?

Parlement

150

De Nederlanden in Tijdvak 4: Leg uit waarom de landelijke machthebbers vaak in botsing kwamen met de Nederlandse steden.

De Nederlandse steden wilden niet meer belasting moeten betalen / wilden geen privileges kwijtraken.

150

Deze serie van oorlogen duurden van 1337 tot 1453 en gingen tussen de Engelse koning en de Franse koning, omdat de Engelse koning vond dat hij recht had op de Franse troon. Welke domme naam kreeg deze serie van oorlogen?

De Honderdjarige Oorlog

200

Het ...1... in de ...2... wereld over de vraag of de ...3... dan wel de ...4... macht het ...5... behoorde te hebben

1. conflict 

2. christelijke 

3. wereldlijke 

4. geestelijke 

5. primaat

200

Hoe heet de herovering van het Iberisch Schiereiland door christelijke landen?

Reconquista

200

De Duitse vorsten (en dat waren er nogal wat) kwamen samen in een bijeenkomst, die dezelfde naam heeft als het Duitse parlement tegenwoordig heeft. Welke naam is dit?

Rijksdag

200

De Nederlanden in Tijdvak 4: Uit welke moderne landen bestonden de Nederlanden in Tijdvak 4 EN welke Franse hertogen domineerden de Nederlanden in de 15e eeuw?

Nederland, België en Luxemburg

Bourgondische hertogen (hertogen uit Bourgondië dus)

200

De Duitse keizer benoemde vanwege het feodale stelsel/leenstelsel graag bisschoppen tot leenmannen. Waarom was dat?

Omdat bisschoppen geen kinderen mochten krijgen, zodat na de dood van de bisschop de keizer opnieuw kon bepalen wie de leenman zou worden van een bepaald gebied (edelen konden wel kinderen krijgen en hielden de gebieden vaak binnen de eigen familie en trokken zich vaak steeds minder aan van de keizer).